De Smet Accountants - FISCKwartaaltje - Nummer 1 - februari 2021

FIS KWARTAAL(TJE) 2. Terug naar inhoud ONDERNEMER Langer bijzonder uitstel aanvragen en verlengen U kunt langer voor het eerst uitstel van betaling of verlen- ging van het uitstel aanvragen vanwege de voortdurende coronacrisis. De termijn hiervoor is namelijk verlengd tot 1 juli 2021 . Hebt u op basis van de oude regeling al ver- lenging van eerder verkregen uitstel gekregen, dan loopt het uitstel automatisch door tot 1 juli 2021. U hoeft dan dus niets te doen. De opgebouwde belastingschuld hoeft u niet meteen na 1 juli 2021 te voldoen. De ingangsdatum van de betalingsregeling van 36 maanden is opgeschoven van 1 juli naar 1 oktober 2021. Uitstel aanvragen Het is belangrijk te weten dat u zélf om verlenging van het uitstel moet vragen als u eerder een aanvraag voor drie maanden hebt ingediend en u na deze drie maanden niet aan uw betalingsverplichtingen kunt voldoen. Doet u dit niet, dan loopt u het risico om uitgesloten te worden voor de betalingsregeling van 36 maanden. De Belastingdienst zal u overigens de komende maanden op dit risico wijzen. Let op Als u bijzonder uitstel van betaling hebt aangevraagd, moet u wel op tijd aangifte blijven doen! ONDERNEMER Urencriterium ook in 2021 versoepeld Ook in 2021 is het zogenoemde urencriterium versoepeld. U moet aan dit criterium voldoen om voor bepaalde onder- nemersfaciliteiten in aanmerking te komen, zoals de zelfstan- digenaftrek. Aan dit urencriterium voldoet u als u ten minste 1.225 uren per kalenderjaar besteedt aan uw onderneming. Om te voorkomen dat u uw recht op deze faciliteiten ver- liest, werd u vorig jaar in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020 geacht 24 uren per week aan uw onderneming te hebben besteed, ook als dat dus feitelijk niet zo was. Voor 2021 geldt dezelfde versoepeling voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Seizoensgebonden ondernemers Bent u een seizoensgebonden ondernemer dan is de versoepeling voor u niet effectief als de piek van uw werk- zaamheden in de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 valt. Daarom wordt er voor u – net als in 2020 – een aanvullende regeling getroffen. U wordt daarbij geacht in de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 even- veel uren aan uw onderneming te hebben besteed als in de periode 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2019. U kunt met behulp van de administratie van 2019 achterhalen hoeveel uren u in het eerste halfjaar van dat jaar aan uw onderneming hebt besteed en zo ook beoordelen of u in 2021 aan het urencriterium voldoet. ONDERNEMER Brexit: exit en de btw Het Verenigd Koninkrijk (VK) is geen lid meer van de Euro- pese Unie. De tijdelijke overgangsregeling tussen het VK en de Europese Unie, waardoor met name de bestaande fiscale regels geldig bleven, is op 1 januari 2021 geëindigd. Er is wel een Handelsakkoord gesloten, dat veel veranderingen met zich brengt voor de handel en het dienstenverkeer met het VK. Naast langer durende douaneprocedures en logistieke vertraging voor vervoerders – heeft de Brexit ook btw-gevolgen voor de levering van goederen en het verrich- ten van diensten door Britse en Nederlandse ondernemers. De btw-gevolgen Bent u een Nederlandse ondernemer die bepaalde grens- overschrijdende diensten (bijvoorbeeld adviesdiensten) verricht aan Britse ondernemers? In dat geval hoeft u die diensten niet meer te verantwoorden in uw btw-aangiften en Opgaaf ICP’s. Daarnaast zijn de leveringen van goederen van u aan een Britse ondernemer geen intracommunautaire leveringen meer. Levert u aan Britse particulieren (of andersom), dan is er geen sprake meer van binnenlandse leveringen of van leveringen in de lidstaat van de particulier (als de afstands- verkopendrempel voor de VK is overschreden). Vanaf 1 januari 2021 is sprake van uitvoer bij leveringen aan Britse afnemers en van invoer als goederen vanuit het VK in Nederland worden geleverd. Hiervoor is Nederlandse invoer-btw verschuldigd door de Britse ondernemer of door de Nederlandse afnemer. Vraag btw-verlegging aan Als u veel goederen importeert uit het VK en de Britse ondernemer neemt de invoer-btw niet voor zijn rekening, dan moet u de btw op de geïmporteerde goederen bij de inklaring aan de douane betalen. U doet er dan verstandig aan om een zogenoemde ‘artikel 23-vergunning’ aan te vragen. Die vergunning kan worden gebruikt bij import uit een niet-EU-land. De btw op de geïmporteerde goederen hoeft u dan niet bij de inklaring aan de douane te betalen, maar wordt verlegd naar uw btw-aangifte. In dezelfde aangifte kunt u de btw als voorbelasting in aftrek brengen, mits u de goederen voor btw-belaste prestaties gebruikt. Tip De Brexit heeft natuurlijk nog veel meer gevolgen dan de hier genoemde btw-gevolgen. De meest relevante infor- matie over allerlei douanezaken vindt u in dit document met de 40 meest gestelde vragen over de Brexit.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=