De Smet Accountants - FiscKwartaaltje - Nummer 4

FIS KWARTAAL(TJE) 1. Inhoud Nummer 4 - oktober 2022 Tips voor de ondernemer • Betalingsregeling coronabelastingschuld verder versoepeld • Aflossen via de g-rekening • Deadline opgave werkelijke omzet TVL Q4 2021 nadert • Geef tijdig werkelijke omzet OVK Q3 2021 door • Subsidieregeling voor digitalisering mkb-bedrijf • Aannemers: maak duidelijke afspraken! • Zo ontbindt u een overeenkomst • Dringend eigen gebruik bij renovatie – opzeggen huurcontract? Tips voor de DGA • Bestuurders: voldoe aan uw administratieplicht! • Langer ODV omzetten in oudedagslijfrente • Soms melding betalingsonmacht niet nodig Tips voor werkgevers en werknemers • Vergeet niet om tijdig aan te zeggen • Auto van de zaak voor en na start arbeidscontract • Gezamenlijke lunch - zakelijk of toch niet? • Snellere WIA-beoordeling 60+’ers • Start aanvraag definitieve vaststelling NOW 6.0 • Werken waar men wil een stap dichterbij Tips voor elke belastingbetaler • Vraag vóór 1 november aanslag aan en verlaag uw box-3-grondslag • Toch partnervrijstelling voor inwonend familielid • Verplicht energielabel voor uw woning • Wie zorgt voor Snuffie? • Vraag tegemoetkoming aan kosten bso tijdens coronasluiting ONDERNEMER Betalingsregeling coronabelastingschuld verder versoepeld De betalingsregeling voor het aflossen van uw coronabelastingschuld is verder versoepeld. Hebt u een in de kern gezond bedrijf en een coronabelastingschuld van tenminste € 10.000, dan kunt u onder voorwaarden uw coronabelastingschuld in maximaal 7 jaar in plaats van 5 jaar aflossen. U dient hiervoor een schriftelijk verzoek in bij de Belastingdienst, waarin u onderbouwt waarom u niet in 5, maar wel in 7 jaar uw coronabelastingschuld kunt aflossen. U kunt geen gebruikmaken van deze verlenging als: • uw onderneming gebruik heeft gemaakt van het belastinguitstel, maar er financieel niet slecht voorstaat; • uw onderneming een hoge coronabelastingschuld heeft, maar in de jaren voorafgaand aan de coronapandemie hebt u met de onderneming niet of nauwelijks winst gemaakt; • uw onderneming een openstaande coronabelastingschuld heeft van minder dan € 10.000. Hebt u een in de kern gezond bedrijf, dan kunt u ook gebruikmaken van de mogelijkheid om de vastgestelde maandbedragen per kwartaal te voldoen. Daarnaast kunt u gebruikmaken van een eenmalige betaalpauze van maximaal zes maanden. Aanvankelijk was dit drie maanden, maar onlangs is de betaalpauze met drie maanden verlengd. Om hiervoor in aanmerking te komen moet u een schriftelijk verzoek indienen bij de Belastingdienst, waaruit uw betalingsprobleem blijkt. Daarnaast kunt u alleen van de langere betaalpauze gebruikmaken als u vanaf 1 april 2022 uw reguliere betalingsverplichtingen (zoals afdracht btw en loonheffingen) steeds bent nagekomen.

FIS KWARTAAL(TJE) 2. Terug naar inhoud Doordat de werkelijke omzet voor de TVL Q3 2021 later mocht worden doorgegeven aan de RVO, is ook de datum voor de vaststelling van de tegemoetkoming voor de ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven (OVK) over het derde kwartaal van 2021 (Q3) opgeschoven. Deze regeling kon u als land- of tuinbouwer immers alleen benutten als de maximale TVL die u over die periode hebt aangevraagd, niet toereikend was. De nieuwe uiterste datum voor de vaststelling van OVK Q3 2021 is 1 december 2022 geworden. Voor de vaststelling van de OVK Q4 2021 is de datum ook uitgesteld en wel naar 1 februari 2023. De uiterste datum voor OVK Q1 2022 is ongewijzigd gebleven: 28 februari 2023. ONDERNEMER Geef tijdig werkelijke omzet OVK Q3 2021 door ONDERNEMER Deadline opgave werkelijke omzet TVL Q4 2021 nadert Hebt u TVL ontvangen over het laatste kwartaal van 2021 (Q4)? Dan hebt u van de RVO een vaststellingsverzoek ontvangen om uw werkelijke omzet door te geven. Op grond van die gegevens kan uw definitieve tegemoetkoming worden berekend. U hebt tot en met 1 november 2022 de tijd om uw omzet door te geven. Dat is twee maanden later dan u dit eerst moest doen. De oorspronkelijke deadline was namelijk 1 september 2022. U geeft uw omzet door via uw digitale dossier. Ga naar de juiste periode en klik bij ‘Aanvraag’ op ‘Beheren’. Vaak hoeft u alleen maar een vinkje te zetten voor akkoord. Moet u zelf uw omzet aanvullen? Vergeet dan niet de bijlagen mee te sturen. ONDERNEMER Subsidieregeling voor digitalisering mkb-bedrijf Bent u een mkb-ondernemer en hebt u 2 tot 50 werknemers in dienst? Dan kunt u onder voorwaarden subsidie krijgen voor het digitaliseren van uw bedrijf via ‘Mijn Digitale Zaak’. Dit gezamenlijke initiatief van INretail, de KvK en MKB- Nederland biedt u een persoonlijk advies, een stappenplan en een overzicht van leveranciers. U kunt vervolgens bij de RVO subsidie aanvragen voor de kosten van het inwinnen van advies en/of om technologie aan te schaffen. De subsidie vergoedt 50% van de offerte, tot maximaal € 2.500. Daarvan heeft maximaal € 500 betrekking op advies. U kunt deze subsidie nog tot en met 30 november 2022 aanvragen. Let op U heeft voor uw aanvraag eHerkenning nodig met een minimaal niveau 2+ met machtiging RVO-diensten op niveau eH2+. ONDERNEMER Aflossen via de g-rekening Hebt u een g-rekening, dan kunt u uw coronabelastingschuld ook aflossen via deze rekening. Dit kan voor uw btw- en uw loonheffingenschulden. U maakt het geld dan over van uw g-rekening naar rekeningnummer NL78 INGB 0000 4440 40 van de Belastingdienst/ Centrale administratie te Apeldoorn. Vermeld daarbij het betalingskenmerk dat op de naheffingsaanslag staat. Als u dat kwijt bent, kunt u dat terugvinden via belastingdienst.nl/betalingskenmerk. Het is ook mogelijk om de g-rekening te gebruiken voor andere belastingen. Maar dan moet u de g-rekening eerst laten deblokkeren met een deblokkeringsverzoek. Op belastingdienst.nl/corona leest u hoe u dit doet.

FIS KWARTAAL(TJE) 3. Terug naar inhoud Bent u aannemer, dan is het juist voor u heel belangrijk om goede afspraken te maken met uw opdrachtgevers, bijvoorbeeld door een offerte op te sturen. De werkzaamheden kunnen starten, zodra hierop een akkoord is ontvangen. Als meerwerk verwacht wordt, is het belangrijk dat u dit zorgvuldig communiceert met uw opdrachtgever. Het heeft de voorkeur om dit vast te leggen in een helder, schriftelijk akkoord. U loopt anders het risico dat uw opdrachtgever stelt dat hij geen opdracht heeft gegeven voor de uitgevoerde werkzaamheden – en daarom geen betaling verschuldigd is. ONDERNEMER Aannemers: maak duidelijke afspraken! ONDERNEMER Zo ontbindt u een overeenkomst U kunt een overeenkomst altijd ontbinden met wederzijds goedvinden. Doorgaans gaat dat het snelste en geeft ook het minste ‘gedoe’. Kunnen u en uw contractspartij het niet eens worden over de ontbinding van de overeenkomst? Dan ligt er een mogelijkheid om dat toch voor elkaar te krijgen als de contractspartij tekortschiet in het nakomen van de verplichtingen uit de overeenkomst. Als voorwaarde geldt dan wel dat de tekortkoming ernstig genoeg moet zijn om een ontbinding van de overeenkomst te rechtvaardigen. Ook moet er sprake zijn van verzuim. Er is sprake van verzuim als een partij: • nalaat zijn/haar verplichtingen na te komen binnen de daarvoor gestelde termijn; • schriftelijk gesommeerd is om deze na te komen; en • hiervoor een redelijke termijn heeft gekregen. Die sommatie en redelijke termijn zijn essentieel. Een contractspartij hoeft niet schriftelijk gesommeerd te worden als de andere partij niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit hoeft evenmin als de andere partij duidelijk heeft laten weten niet van plan te zijn om de verplichtingen na te komen. Als aan alle voorwaarden is voldaan, kunt u een overeenkomst buitengerechtelijk ontbinden of de rechter vragen de ontbinding uit te spreken. ONDERNEMER Dringend eigen gebruik bij renovatie – opzeggen huurcontract? Een verhuurder kan een huurcontract van een publieke bedrijfsruimte (zoals een restaurant of winkel) opzeggen, als hij of zij deze dringend nodig heeft voor eigen gebruik. Er kan sprake zijn van dringend eigen gebruik wanneer de verhuurder van plan is om de bedrijfsruimte te renoveren, wat zonder beëindiging van de huur niet mogelijk is. Uit recente rechtspraak blijkt dat het in een dergelijk geval voldoende aannemelijk is dat de verhuurder de bedrijfsruimte dringend nodig heeft, als de voorgenomen renovatie tot een aanzienlijk hoger rendement zal leiden dan het huidige rendement. Verhuurder aan zet Wanneer u als verhuurder stelt dat u de verhuurde bedrijfsruimte dringend nodig hebt voor eigen gebruik in het kader van een renovatie, zult u moeten aantonen dat deze voorgenomen renovatie tot een hoger rendement zal leiden dan het huidige rendement. Om dit te bewijzen, kan het handig zijn om de huurprijs uit te rekenen die u na de renovatie wilt hanteren. Om de huurprijs per vierkante meter te bepalen, kunt u op websites zoals Funda een indruk krijgen van de gemiddelde huurprijs per vierkante meter die huurders betalen in de nabije omgeving van uw verhuurde bedrijfsruimte.

FIS KWARTAAL(TJE) 4. Terug naar inhoud Een faillissement van een onderneming is voor geen enkele partij leuk. Mensen verliezen hun baan, schuldeisers krijgen (een gedeelte van) hun vordering niet betaald en u als bestuurder bent mogelijk aansprakelijk voor het boedeltekort. Dit laatste is het geval indien en voor zover er sprake is van ‘onbehoorlijk bestuur’. In de wet is vastgelegd wanneer er in ieder geval sprake is van ‘onbehoorlijk bestuur’: het feit óf en voor zover de onderneming niet heeft voldaan aan de administratie- en deponeringsplicht. Wat de gevolgen daarvan kunnen zijn voor de aansprakelijkheid bleek onlangs uit een gerechtelijke uitspraak. De bestuurders in deze zaak konden de rechter niet overtuigen van hun standpunt dat het faillissement te wijten was aan andere omstandigheden, zoals lastige marktomstandigheden, concurrentie en tegenvallende prestaties van hun personeel. De rechter oordeelde daarom dat de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk waren voor het tekort van de boedel. Bestuursverbod De curator in deze zaak vorderde ook een bestuursverbod van 5 jaar. De bestuurders stelden dat de duur van dit verbod disproportioneel was. Gelet op de gebeurtenissen rond het bedrijf zouden zij niet gemakkelijk arbeid in loondienst kunnen vinden. Ook zouden de bestuurders al zwaar getroffen zijn door de gebeurtenissen. Maar de rechter gaat mee met het verzoek van de curator. De bestuurders konden onvoldoende onderbouwen dat zij moeilijk aan arbeid in loondienst zouden kunnen komen. Ook de stelling dat zij al zwaar getroffen zouden zijn, was geen reden om de duur van het bestuursverbod te verkorten. DGA Langer ODV omzetten in oudedagslijfrente Wellicht hebt u ervoor gekozen om uw in eigen beheer opgebouwde pensioen om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV). Het is mogelijk om de ODV om te zetten in een (al dan niet tijdelijke) oudedagslijfrente. Bij die omzetting moeten dan wel de regels van het lijfrenteregime worden gevolgd. Een van die regels is dat de lijfrente-uitkeringen uiterlijk ingaan in het jaar waarin u de leeftijd bereikt die vijf jaar hoger is dan de AOW-leeftijd. Deze regel roept in de praktijk ‘ongewenste situaties’ op. Daarom wordt onder voorwaarden goedgekeurd om voor de omzetting van een ODV in een oudedagslijfrente deze specifieke regel overboord te zetten. Dit op voorwaarde dat de lijfrente-uitkering direct ingaat en dat u hiervoor een verzoek indient bij de inspecteur van de Belastingdienst. DGA Bestuurders: voldoe aan uw administratieplicht! DGA Soms melding betalingsonmacht niet nodig Uw bv kan een onderneming drijven die verplicht is om deel te nemen aan een bedrijfstakpensioenfonds. Zij betaalt hiervoor periodieke premies. Het kan echter gebeuren dat uw bv door omstandigheden niet kan voldoen aan deze betalingsverplichting; er is dan sprake van betalingsonmacht. Uw bv is in zo’n geval verplicht om onverwijld mededeling te doen van deze betalingsonmacht aan het bedrijfstakpensioenfonds. Als dit wordt nagelaten, zijn de bestuurders in beginsel aansprakelijk. Toch heeft de hoogste rechter – de Hoge Raad – geoordeeld dat een mededeling onder bepaalde omstandigheden niet nodig is. Melden of niet In geval van betalingsonmacht moet de bestuurder van de rechtspersoon dit in beginsel mededelen aan het bedrijfstakpensioenfonds. Hij of zij moet nadere inlichtingen en stukken verstrekken, als hierom gevraagd wordt. Het is de bedoeling dat het bedrijfstakpensioenfonds hierdoor vroegtijdig op de hoogte raakt van de moeilijkheden van uw bv, zodat het hiernaar kan handelen. De Hoge Raad oordeelt dat een melding achterwege kan blijven als het bedrijfstakpensioenfonds tijdig op andere wijze op de hoogte is geraakt van de betalingsonmacht en de oorzaak hiervan. Het is altijd afhankelijk van de omstandigheden van het geval of een melding achterwege kan blijven of niet. In de zaak voor de Hoge Raad leidden de volgende omstandigheden tot het oordeel dat het melden van de betalingsonmacht niet nodig was: • er was vóór een faillissementsaanvraag al gecommuniceerd over de financiële situatie; • er was inzicht gegeven in de schuldenlast en de oorzaak hiervan; • het pensioenfonds heeft boekenonderzoek gedaan in de administratie van de onderneming; en • het pensioenfonds heeft sindsdien hogere nota’s gestuurd dan gewoonlijk.

FIS KWARTAAL(TJE) 5. Terug naar inhoud WERKGEVERS EN WERKNEMERS Vergeet niet om tijdig aan te zeggen U bent verplicht om uw medewerkers met een contract voor bepaalde tijd – dat ten minste zes maanden betreft – minimaal een maand van tevoren schriftelijk te laten weten of hun contract verlengd wordt of niet. Deze schriftelijkheid van de aanzegging is vereist om onduidelijkheden te voorkomen over de voortzetting of beëindiging van het dienstverband. Komt u deze verplichting niet of niet tijdig na, dan heeft de werknemer recht op een aanzegvergoeding. Die is gelijk aan het loon over de periode dat u te laat bent met de aanzegging, maar is wel gelimiteerd tot één maandsalaris. Tip Leg de inhoud en de uitkomst van het gesprek met uw medewerker over de voortzetting of opzegging van het contract schriftelijk vast en voorkom dat u de aanzegvergoeding moet betalen. Stelt u aan een werknemer een auto voor privégebruik ter beschikking, dan is dat voordeel loon uit dienstbetrekking. Dat is ook het geval als hij of zij de auto mag gebruiken voor de ingangsdatum van zijn arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld om eerst nog met vakantie te gaan. De bijtelling verwerkt u in de aangifte loonheffingen over het tijdvak waarin de auto ter beschikking is gesteld. U draagt loonbelasting/premie volksverzekeringen (loonheffing), premies werknemersverzekeringen en werkgeversheffing Zorgverzekeringswet af. Omdat de werknemer in dat tijdvak nog geen loon ontvangt, kunt u de loonheffing niet inhouden. Dit leidt tot een negatieve loonstrook, waarbij de werknemer loonheffing aan u moet betalen. Kan dit ook anders? Ja, de loonheffing kan eventueel in een later tijdvak worden verrekend. U leent dan het bedrag van de loonheffing aan de werknemer. Een eventueel rentevoordeel is dan belast bij de werknemer of kan ten laste van de vrije ruimte worden gebracht. U kunt er ook voor kiezen om de loonheffing niet te verhalen op de werknemer. Dat voordeel is dan weer nettoloon van de werknemer. Dit nettoloon wordt gebruteerd of aangewezen als eindheffingsloon en ten laste van de vrije ruimte gebracht. Auto na einde arbeidsovereenkomst Het kan ook zo zijn dat de werknemer de auto nog mag gebruiken na het einde van de arbeidsovereenkomst. De werknemer gebruikt de auto dan niet meer zakelijk. Als hij of zij de auto meer dan 500 km privé gebruikt, geldt de bijtellingsregeling. De bijtelling is loon uit vroegere dienstbetrekking, waardoor de groene tabel van toepassing is. De bijtelling is wel loon voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, maar u bent geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd. WERKGEVERS EN WERKNEMERS Auto van de zaak voor en na start arbeidscontract Stel, u hebt de gewoonte om dagelijks voor uw personeel broodjes te bestellen bij de broodjeszaak om de hoek. Tijdens de gezamenlijke lunch in de kantine van uw bedrijf praten uw werknemers over het werk, maar ook over hun privébeslommeringen. Hoe moet u dan die maaltijd waarderen? Op de norm van € 3,35 of is de maaltijd gericht vrijgesteld? Volgens de Belastingdienst geldt het normbedrag. Maaltijden met een meer dan bijkomstig (10%) zakelijk belang zijn weliswaar gericht vrijgesteld, maar blijkbaar is de Belastingdienst van mening dat uw werknemers tijdens de lunch niet meer dan 10% over het werk praten. De Belastingdienst geeft ook nog iets anders aan. Maaltijden tijdens een vergadering Volgens de Belastingdienst wordt een maaltijd die tijdens een vergadering met een duidelijk zakelijk karakter wordt genuttigd, aangemerkt als een zakelijke maaltijd. Maar hoe toont u dat zakelijke karakter van een vergadering nu aan? Dat kan bijvoorbeeld met behulp van een deelnemerslijst. Als daar voor een deel externe zakelijke relaties op zijn vermeld, dan heeft de vergadering – en ook de maaltijd – een zakelijk karakter. Ook kan het tonen van notulen en/of aantekeningen van wat er is besproken wijzen op het zakelijke karakter van de vergadering. Is er geen sprake van een zakelijke maaltijd, dan mag de werkelijke waarde van de maaltijd worden gehanteerd als deze lager is dan de norm van € 3,35. De norm van € 3,35 is namelijk slechts van toepassing op maaltijden met een waarde in het economische verkeer die hoger is dan € 3,35. ONDERNEMER Gezamenlijke lunch - zakelijk of toch niet?

FIS KWARTAAL(TJE) 6. Terug naar inhoud De huidige wetgeving biedt geen recht op thuiswerken. Wel kunnen uw werknemers op grond van de Wet flexibel werken een verzoek doen tot aanpassing van de arbeidsplaats. U kunt dit verzoek echter op elke grond afwijzen. Dit in tegenstelling tot een verzoek tot wijziging van de arbeidsduur of werktijd. U kunt die verzoeken namelijk uitsluitend afwijzen op grond van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Binnenkort kunt u ook een verzoek om aanpassing van de arbeidsplaats niet meer op elke grond afwijzen. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel dat dit regelt, onlangs aangenomen. Dient uw werknemer een dergelijk verzoek in en heeft hij of zij dit goed onderbouwd, dan moet u beoordelen of naar redelijkheid en billijkheid uw belangen opwegen tegen de belangen van uw werknemer. Daarbij betrekt u alle omstandigheden van het geval. Dit is dus een ander criterium dan dat geldt bij een verzoek tot wijziging van de arbeidsduur of werktijd. Als ook de Eerste Kamer instemt met dit wetsvoorstel, krijgen uw werknemers meer mogelijkheden om met name thuiswerken af te dwingen. WERKGEVERS EN WERKNEMERS Werken waar men wil een stap dichterbij WERKGEVERS EN WERKNEMERS Start aanvraag definitieve vaststelling NOW 6.0 Sinds 3 oktober 2022 is het loket bij het UWV open voor de aanvraag van de definitieve vaststelling van NOW 6.0. Deze achtste en laatste aanvraagperiode betreft het NOW-voorschot dat u over het eerste kwartaal van 2022 hebt ontvangen. U kunt voor het aanvragen van de definitieve vaststelling weer gebruikmaken van een speciaal formulier. Daarmee kunt u de aanvraag tot en met 2 juni 2023 doen. Dat lijkt nog ver weg, maar zorg ervoor dat u de benodigde documenten tijdig verzamelt en meestuurt. Als u een accountantsverklaring of derdenWERKGEVERS EN WERKNEMERS Snellere WIA-beoordeling 60+’ers De veel te lange wachttijden voor een WIA-beoordeling worden vanaf dit najaar aangepakt. Zo moet sneller duidelijk worden of de werknemer een WIA-uitkering krijgt. Om de achterstanden in te lopen heeft het UWV voor een andere werkwijze gekozen ten aanzien van de beoordeling van werknemers die ouder zijn dan 60 jaar en 2 jaar arbeidsongeschikt zijn. U en uw werknemer kunnen er in dat geval voor kiezen om de WIA-beoordeling alleen door een arbeidsdeskundige te laten uitvoeren. Een medische beoordeling blijft dan achterwege. Doordat de WIAbeoordeling niet langer meer door een verzekeringsarts hoeft te worden uitgevoerd, krijgen u en uw werknemer sneller duidelijkheid over de mate van arbeidsongeschiktheid. Maar de nieuwe werkwijze van het UWV (die overigens in strijd is met de wettelijke voorschriften) kent ook een keerzijde. U én uw werknemer kunnen het namelijk ook níet eens zijn met de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid. Het is dan goed om te weten dat - als u instemt met de aangepaste werkwijze - u nog steeds bezwaar kunt aantekenen. Het is daarom belangrijk om de beslissing van het UWV goed te bestuderen. Vraag bij eventuele onduidelijkheden in de beslissing om een nadere toelichting van het UWV. Het voordeel van de bezwaarprocedure is dat er dan alsnog een medisch onderzoek zal worden verricht door een verzekeringsarts. Tip Teken dus bezwaar aan bij gerede twijfel aan de beslissing! verklaring moet bijvoegen, moet uw accountant of financieel adviseur bovendien voldoende tijd hebben om deze verklaring op te stellen. Als u de definitieve berekening niet op tijd aanvraagt, loopt u het risico dat u het ontvangen NOW-voorschot volledig moet terugbetalen. Let op De aanvragen voor de definitieve berekening van NOW 3.1 tot en met 5.0 kunt u nog indienen tot en met 22 februari 2023.

FIS KWARTAAL(TJE) 7. Terug naar inhoud BELASTINGBETALER Toch partnervrijstelling voor inwonend familielid BELASTINGBETALER Vraag vóór 1 november aanslag aan en verlaag uw box-3-grondslag U kunt in beginsel slechts één fiscaal partner hebben. Als u fiscaal partner van elkaar bent, betekent dit voor de erfbelasting dat bij overlijden van een van u beiden de overblijvende partner de ruime partnervrijstelling (in 2022 maximaal € 632.000) mag toepassen op de erfenis. Zo betaalt deze partner dan vaak geen of weinig erfbelasting. Onlangs besliste de rechter over de toepassing van de partnervrijstelling in de wat minder courante situatie van een man en vrouw die al meer dan 50 jaar samenwonen met de broer van de vrouw. Zij stonden al die jaren ook op hetzelfde adres ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. De man overlijdt in september 2017 en op 1 januari 2019 overlijdt vervolgens de vrouw. Haar broer is haar enige erfgenaam en claimt in de aangifte erfbelasting de partnervrijstelling als samenwoner zonder notariële akte. Hij stond immers zonder onderbreking langer dan vijf jaar ingeschreven op hetzelfde adres als de erflater. Maar de rechtbank oordeelt dat de broer niet aan de voorwaarden voldoet, omdat hij niet ten minste vijf jaar de enige fiscale partner is geweest. Volgens de rechtbank kan de 5-jaarsperiode pas ingaan na het overlijden van de zwager en dat was in september 2017. Het langste eind … De broer gaat tegen deze beslissing in hoger beroep bij het gerechtshof. Die stelt de broer in het gelijk. De 5-jaarseis voor het samen ingeschreven staan is niet gekoppeld aan de voorwaarde dat er geen andere persoon is die aan de voorwaarden voor fiscaal partnerschap voldoet. De broer voldoet aan de voorwaarde voor fiscaal partnerschap voor de Successiewet en heeft terecht de partnervrijstelling toegepast in de aangifte erfbelasting. Bepaalde belastingschulden verminderen niet de rendementsgrondslag van box 3. Dit kunt u omzeilen door een voorlopige aanslag aan te vragen en deze voor het einde van het jaar te betalen. Op de peildatum van box 3 (1 januari) heeft het bedrag van de aanslag zo toch de box3-grondslag verminderd. Maar deze vlieger gaat niet op als de inspecteur de aanslag niet tijdig oplegt, waardoor u niet voor het einde van het jaar kunt betalen. Dat vindt de staatssecretaris niet rechtvaardig. Hij keurt daarom goed dat als u vóór 1 november van het jaar schriftelijk om een (nadere) voorlopige aanslag hebt verzocht, de desbetreffende belastingschuld al per 1 januari van het volgende jaar (peildatum) als betaald wordt beschouwd bij de berekening van de box3-grondslag. Dus ook als u de aanslag nog niet hebt betaald. BELASTINGBETALER Verplicht energielabel voor uw woning U bent verplicht om de koper of huurder een geregistreerd en definitief energielabel mee te geven als u uw woning verkoopt of verhuurt of oplevert. Het label geeft aan hoe energie(on)zuinig uw woning is en welke energiebesparende maatregelen nog mogelijk zijn. Het slechtste energielabel is G en het beste label is A++++. Biedt u uw woning te koop of te huur aan via een advertentie op bijvoorbeeld Funda of Facebook? Dan moet u daarin ook de letter van het energielabel vermelden. Energielabel via energieadviseur Een erkende energieadviseur komt bij u thuis om de woning op te nemen en een berekening te maken van de energiezuinigheid van uw woning. Klik hier voor een erkende energieadviseur. Hoe minder fossiele energie (kolen, olie en aardgas) uw woning gebruikt, hoe beter het energielabel. De energieadviseur registreert het toegekende energielabel in de EP-online database. Hierin staan alle toegekende energielabels, die iedereen kan inzien. U ontvangt een afschrift van het toegekende energielabel dat 10 jaar geldig is. De datum tot wanneer het label geldig is, staat op het energielabel. Boete of last onder dwangsom Als bij verkoop of oplevering van de woning een geldig energielabel ontbreekt, kan aan u een boete worden opgelegd door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De boete bedraagt per woning € 450 voor particulieren en € 900 voor bedrijven. De ILT controleert via overdrachtsgegevens van het Kadaster en via de database met geldige energielabels of u aan de verplichting hebt voldaan. Wordt een woning verkocht zonder energielabel, dan is dat zichtbaar in de database van de RVO. Ook als in een advertentie de vermelding van het label ontbreekt, kan aan u een boete worden opgelegd die per geval kan verschillen. Verhuurt u een woning, dan moet u aan iedere nieuwe huurder een (digitaal) afschrift van het geldige energielabel geven. Als u dat niet kunt overleggen, kan de huurder dit melden bij de ILT. Die kan met een last onder dwangsom u vragen om binnen 4 weken alsnog het label te laten registreren. Doet u dat niet, dan moet u de dwangsom betalen. De hoogte daarvan wordt per geval bepaald.

FIS KWARTAAL(TJE) 8. Terug naar inhoud In deze uitgave is de stand van zaken in wet- en regelgeving verwerkt tot en met 11 oktober 2022. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk) fouten en onvolledigheden. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze de aansprakelijkheid hiervoor uit. Voor een toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen. Uw huisdier is mogelijk een belangrijk maatje voor u. Voor sommige mensen is het dier zelfs het belangrijkste wat zij bezitten, waaraan ze alles zouden gunnen. Alleen, u kunt uw huisdier niet tot erfgenaam benoemen. Hoe graag u dat misschien ook zou willen. Maar wat moet u dan doen om ervoor te zorgen dat uw maatje niets tekortkomt als u er niet meer bent? Als u komt te overlijden, behoort uw huisdier tot de bezittingen van uw nalatenschap. Dit betekent dat het dier in principe toekomt aan uw erfgenamen. Als u er voldoende vertrouwen in heeft dat zij uw huisdier goed zullen verzorgen, dan hoeft u daar niets voor te regelen. Andere verzorger In alle andere gevallen moet u ervoor zorgen dat uw huisdier terechtkomt bij een persoon of instelling die goed voor het dier zal zorgen. Om de verzorger van uw huisdier tegemoet te komen in de kosten, kunt u ervoor kiezen om een bedrag na te laten aan die persoon. Daarbij legt u dan de last op dat hij of zij dit bedrag moet gebruiken voor de verzorging. Zo kan de verzorger het dier niet zomaar verkopen of naar het asiel brengen en er zelf met het geld vandoor gaan. Tip Het is verstandig om vast te leggen wat er met uw huisdier moet gebeuren als u overlijdt. Maar er kan u ook iets bij leven overkomen, waardoor u niet meer voor het dier kunt zorgen. Ook dan moet er een oplossing komen. Om dat goed te regelen, kunt u in uw levenstestament laten vastleggen wie er in die situatie voor uw trouwe maatje moet zorgen. BELASTINGBETALER Wie zorgt voor Snuffie? BELASTINGBETALER Vraag tegemoetkoming aan kosten bso tijdens coronasluiting Hebt u tijdens de sluitingsperiode van 21 december 2021 tot en met 9 januari 2022 de rekening van de buitenschoolse opvang (bso) volledig doorbetaald, zonder dat u hiervoor kinderopvangtoeslag of een bijdrage van de gemeente hebt ontvangen? Dan kunt u sinds 1 oktober 2022 een tegemoetkoming voor deze kosten aanvragen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De SVB betaalt na de aanvraag de tegemoetkoming uit aan degene die de factuur voor de opvang heeft betaald en op wiens naam de factuur staat. Naast u als ouders, kunnen dit bijvoorbeeld ook de grootouders zijn of verzorgers van uw kind. De hoogte van de tegemoetkoming wordt bepaald op basis van de betaalde facturen, waarbij de tegemoetkoming per uur nooit hoger is dan het maximumuurtarief bso van € 7,27 in 2021 en € 7,31 in 2022. Het aanvraagloket is open tot en met 1 december 2022.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=