De Smet Accountants - FiscKwartaaltje - Nummer 1

1. FIS KWARTAAL(TJE) Inhoud Nummer 1 - februari 2023 Tips voor de ondernemer • Minder aftrek gemengde kosten • Wettelijke rente verhoogd • Dien tijdig suppletieaangifte in • Experiment: pensioenfondsen gaan open voor zzp’ers • Binnenkort emissieloze trucks AanZET Tips voor de DGA • Juiste Vpb-aanslagen nog belangrijker door hogere belastingrente • UBO-register niet meer vrij toegankelijk • Aftrek gemengde kosten verder beperkt Tips voor werkgevers en werknemers • Wat moet u weten over de fiets van de zaak • Laadkosten en de bijtelling elektrische auto • Start eerste aanvraagronde ‘SLIM-subsidie’ • Verplicht meewerken aan verzoek beëindiging slapend dienstverband • Nieuwe tegemoetkoming voor werknemers met beroepsziekten • Attendeer werknemers tijdig op vervallen wettelijke vakantiedagen Tips voor elke belastingbetaler • Box 3 houdt de gemoederen bezig • Subsidieloket open voor isolatiemaatregelen eigen woning • Dien tijdig schenkingsaangifte in • Laat uw WOZ-beschikking controleren ONDERNEMER Minder aftrek gemengde kosten De regels voor de aftrek van gemengde kosten zijn gewijzigd. Gemengde kosten zijn pas aftrekbaar voor de inkomstenbelasting als een drempelbedrag wordt overschreden. Dit drempelbedrag is sinds 1 januari 2023 verhoogd van € 4.800 naar € 5.100. Maar er is een alternatief. U mag er namelijk ook voor kiezen om 80% van de gemengde kosten in aftrek te brengen. Dit percentage is niet gewijzigd. Gemengde kosten Bepaalde kosten hebben uitsluitend een zakelijk karakter of uitsluitend een privékarakter. Er zijn ook kosten die u wel voor uw onderneming maakt, maar waarin ook een privé-element zit. Dit zijn de gemengde kosten. Hieronder vallen: • de kosten voor voedsel, drank en genotmiddelen; • representatiekosten; • kosten van congressen, seminars, symposia, excursies en studiereizen.

2. Terug naar inhoud FIS KWARTAAL(TJE) Wettelijke rente is een vergoeding die de schuldenaar aan een schuldeiser moet betalen, omdat hij of zij een geldsom niet of te laat heeft voldaan. Het kan dan gaan om het terugbetalen van een lening, het voldoen van een factuur, maar ook om het vergoeden van schade. De wettelijke rente is op zichzelf ook een vorm van schadevergoeding, namelijk vertragingsschade. De minister van Justitie stelt de wettelijke rente twee keer per jaar vast. Daarbij wordt zowel een tarief vastgesteld voor handelstransacties als voor niet-handelstransacties. Niethandelstransacties zijn overeenkomsten met particulieren en/of consumenten. Bij handelstransacties gaat het om overeenkomsten die gesloten zijn tussen bedrijven of met overheidsorganisaties. De wettelijke rente is al enkele jaren niet gewijzigd, maar daaraan is op 1 januari 2023 een einde gekomen. Handels- en niet-handelstransacties De wettelijke rente voor niet-handelstransacties is op 1 januari 2023 verhoogd van 2% naar 4%. De wettelijke rente voor handelstransacties is verhoogd van 8% naar 10,5%. Het is dus van belang dat u weet of er wel of niet ONDERNEMER Experiment: pensioenfondsen gaan open voor zzp’ers Het is algemeen bekend dat zelfstandigen uit zichzelf vaak te weinig reserveren voor hun oude dag. Daarom is er in het kader van de Wet toekomst pensioenen een regeling getroffen, waarbij u als zelfstandige 5 jaar lang bij pensioenfondsen uit uw sector kunt sparen voor uw pensioen. Net als bij gewone werknemers zijn de aanspraken vrij en worden de uitkeringen te zijner tijd belast. In zo’n collectieve regeling kan naast ouderdomspensioen ook partnerpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen worden aangeboden. Daarvoor mogen geen medische waarborgen van u worden gevraagd. En als het experiment stopt, wat dan? Stel nu dat het experiment stopt en er uiteindelijk geen wettelijke vervolgregeling komt. In dat geval mag u het pensioenpotje overdragen naar een bancaire lijfrenterekening. Ook mag u de pensioenopbouw dan nog een aantal jaren vrijwillig voortzetten bij het fonds. Let op Eind vorig jaar heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Wet toekomst pensioenen. De Eerste Kamer moet nog stemmen over deze wet. ONDERNEMER Dien tijdig suppletieaangifte in Een suppletieaangifte moet u indienen, zodra duidelijk is dat er te weinig of te veel btw is betaald. Hebt u te weinig btw betaald? Dan bent u belastingrente verschuldigd vanaf de eerste dag na afloop van het kalender- of boekjaar waarop die btw betrekking heeft. Dit kunt u voorkomen door de suppletieaangifte in te dienen binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar. Er wordt dan namelijk geen belastingrente berekend, mits de suppletie een vrijwillige verbetering is. Bedragen tot € 1.000 mag u verrekenen in de eerstvolgende btwaangifte. Daarvoor hoeft u dus geen suppletieaangifte te doen. Let wel, een suppletieaangifte kunt u alleen digitaal indienen. Tip De belastingrente bedraagt 4%. Hebt u te weinig btw betaald over 2022? Zorg er dan voor dat u de suppletieaangifte uiterlijk 31 maart 2023 hebt ingediend, anders gaat u vanaf 1 april 2023 belastingrente betalen. Wilt u dat de suppletie geldt als een vrijwillige verbetering, dan is het sowieso zaak om zo snel mogelijk een suppletieaangifte in te dienen, nadat bekend is dat er te weinig btw is betaald. ONDERNEMER Wettelijke rente verhoogd sprake is van een handelstransactie, zodat u er zeker van bent dat u de juiste rente in rekening brengt. De hoogte van de wettelijke rente staat vast. Daar kunt u dus altijd op terugvallen voor het geval u contractueel niets hebt afgesproken over een rentevergoeding bij niet of te laat betalen. Hebt u hierover wel afspraken gemaakt, dan is de contractuele rente bepalend voor de rentevergoeding.

3. Terug naar inhoud FIS KWARTAAL(TJE) Overweegt u om een elektrische vrachtauto aan te schaffen? Weet dan dat u vanaf 4 april 2023 gebruik kunt maken van de Aanschafsubsidie Zero-Emissie Trucks (AanZET). Deze subsidie is bedoeld voor de aankoop of (financial) lease van een nieuwe emissieloze vrachtauto. Een vrachtauto is nieuw als de datum eerste inschrijving, de datum eerste toelating én de datum tenaamstelling op naam van de aanvrager van de subsidie gelijk zijn volgens de vermelding in het kentekenregister van de RDW. Daarnaast moet u aan de volgende voorwaarden voldoen: • de vrachtauto moet voertuigklasse N3 of N2 zijn en minimaal 4.250 kilogram wegen; • de vrachtauto is elektrisch aangedreven. Brandstofcodes E en W komen in aanmerking; • de batterij mag geen lood bevatten. De subsidie is een percentage van de verkoopprijs. Dit is de prijs van het emissieloze vrachtautochassis, inclusief af-fabriek opties zoals die op de overeenkomst staan, exclusief btw. Het percentage is afhankelijk van het type vrachtauto en de grootte van uw bedrijf. Voor middelgrote ondernemingen varieert het subsidiepercentage tussen 19% (maximale subsidie € 26.800) en 28,5% (maximale subsidie € 102.300). Bij kleine en non-profitorganisaties varieert het subsidiepercentage tussen 25% (maximale subsidie € 35.700) en 37% (maximale subsidie € 131.900). In het geval van lease moet de leasemaatschappij de subsidie aanvragen. Na de aanvraag krijgt u binnen 13 weken bericht of de subsidie aan u wordt verleend. Vervolgens wordt een voorschot van 90% van het subsidiebedrag aan u uitbetaald. Daarna moet u binnen 12 maanden na de subsidieverlening de definitieve subsidievaststelling aanvragen. Daarbij geeft u het kenteken door, nadat de vrachtauto op kenteken is gezet. Als bijlage stuurt u de gespecificeerde betalingsfactuur mee. Voldoet de geleverde vrachtauto aan de voorwaarden, dan wordt ook de laatste 10% aan u uitbetaald. ONDERNEMER Binnenkort emissieloze trucks AanZET Attentiepunten Zonder te veel in details te willen treden, maken we u toch attent op de volgende punten: • Op het moment dat u de subsidie aanvraagt, is de koop- of (financial) leaseovereenkomst van de vrachtauto nog niet definitief. U kunt in de overeenkomst een bepaling laten opnemen dat dit pas het geval is, zodra u de subsidieaanvraag hebt ingediend of uw subsidieaanvraag positief is beoordeeld. • Als de vrachtauto niet leverbaar is binnen 12 maanden, kunt u termijnverlenging aanvragen, mits u de vertraging kunt aantonen met een schriftelijke onderbouwing van de producent; • De vrachtauto moet 4 jaar achter elkaar op naam van de subsidieontvanger blijven staan; • Om een aanvraag te kunnen indienen moet u beschikken over eHerkenning. Doet u niet zelf de aanvraag? Zorg dan dat de adviseur die de aanvraag namens u doet, daartoe is gemachtigd. • Het is verstandig om voorafgaand aan de aanvraag eerst de Checklist Aanzet door te nemen. Daarin vindt u de stappen om uw aanvraag goed voor te bereiden. Tip Wilt u gebruikmaken van deze subsidie, zorg dan dat u op 4 april a.s. om 9.00 uur klaar zit om de subsidieaanvraag in te dienen. Vorig jaar was de subsidiepot namelijk razendsnel leeg. Op 1 maart 2023 wordt de belastingrente voor de vennootschapsbelasting (en bronbelasting) verhoogd van 8% naar 10,5%. Dit is een direct gevolg van de verhoging van de wettelijke rente voor handelstransacties op 1 januari 2023. Moet uw bv over 2022 vennootschapsbelasting betalen? Dan is het dus nog belangrijker geworden om vóór 1 mei 2023 een verzoek in te dienen om uitreiking van een voorlopige aanslag of een herziening van een al opgelegde aanslag. Zo voorkomt u dat uw bv achteraf veel belastingrente DGA Juiste Vpb-aanslagen nog belangrijker door hogere belastingrente moet betalen. Is het verzoek namelijk ingediend binnen vier maanden na afloop van het belastingjaar en komt de (aanvullende) voorlopige aanslag overeen met het bedrag waar u om hebt verzocht? Dan hoeft uw bv geen belastingrente te betalen. Doet u geen verzoek voor de aanslag vennootschapsbelasting 2022, dan wordt er in beginsel vanaf 1 juli 2023 belastingrente berekend over de te betalen aanslag. Ook voor eerdere jaren kan het van belang zijn om te verzoeken om een (aanvullende) voorlopige aanslag.

4. Terug naar inhoud FIS KWARTAAL(TJE) In het najaar van 2022 besliste het Hof van Justitie van de Europese Unie dat de voorgeschreven publieke toegankelijkheid tot gegevens in het UBO-register ongeldig is. De vrije toegankelijkheid is volgens dit hof in strijd met het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens. De Kamer van Koophandel schortte daarom de toegankelijkheid van het UBO-register voor iedereen tijdelijk op. Minister Kaag heeft eind januari aangegeven dat de Nederlandse wetgeving zal moeten worden aangepast aan de uitspraak van het EU-Hof. De wetswijziging zal de toegang tot het UBOregister beperken tot de volgende drie groepen personen en instanties: • de bevoegde autoriteiten en de FIU (Financial Intelligence Unit); • de meldingsplichtige instellingen (Wwft-instellingen); • de personen en organisaties die een legitiem belang kunnen aantonen. Bevoegde autoriteiten zijn onder meer de toezichthouders op Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft), het Bureau Economische Handhaving (BEH), de FIOD en het Openbaar Ministerie. De toegang voor deze autoriteiten wordt zo snel mogelijk hersteld. De Wwft-instellingen hebben een belangrijke rol als poortwachter van het financiële stelsel en zijn daarom onder meer verplicht om cliëntenonderzoek te doen. Hierbij is het UBO-register een belangrijk hulpmiddel. De toegang tot het UBO-register wordt daarom ook voor deze groep hersteld, zo snel als praktisch en uitvoeringstechnisch mogelijk is. Totdat de toegang tot het UBO-register is hersteld, geldt het volgende ten aanzien van de verplichting van Wwft-instellingen tot het raadplegen van het UBO-register bij het aangaan van nieuwe zakelijke relaties. Zij voldoen aan de Wwftverplichtingen met een bewijs van een nog niet verwerkte UBO-registratie, bijvoorbeeld een bevestigingsmail van de Kamer van Koophandel. Voor de personen en organisaties die een legitiem belang hebben om het UBO-register in te zien, wordt eerst nader onderzoek gedaan. Het onderzoek richt zich met name op de vraag of aan de hand van een lijst met objectieve indicatoren beoordeeld kan worden of er sprake is van een legitiem belang. In sommige gevallen zal mogelijk ook een individuele beoordeling nodig zijn. De uitkomsten en de gekozen werkwijze worden later bekendgemaakt. Deze groep kan het UBO-register dus voorlopig niet inzien. Registratieplicht De uitspraak van het EU-hof heeft geen gevolgen voor de registratieplicht van uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) van een vennootschap of andere entiteit. Die plicht geldt onverkort. Let op Sinds november 2022 is er ook een UBO-register waarin de gegevens van onder meer uiteindelijk belanghebbenden van trusts en fondsen voor gemene rekening moeten worden geregistreerd. Onlangs is de datum waarop die registratie uiterlijk moest zijn gedaan, verlengd van 1 februari tot 1 april 2023. DGA UBO-register niet meer vrij toegankelijk DGA Aftrek gemengde kosten verder beperkt Ook in de vennootschapsbelasting is de aftrekbaarheid van gemengde kosten beperkt als de rechtspersoon één of meer werknemers in dienst heeft. De aftrekbeperking geldt dan voor dezelfde kosten als bij de inkomstenbelasting, tenzij de kosten voor de werknemer(s) loon vormen. In dat geval zijn de kosten integraal aftrekbaar. Zijn de kosten geen loon, dan zijn ze pas aftrekbaar als een drempelbedrag wordt overschreden. Dit drempelbedrag is sinds 1 januari 2023 verhoogd van € 4.800 naar € 5.100. Maar als 0,4% van het loon van de werknemers hoger is dan dit bedrag, dan geldt het hogere bedrag als niet-aftrekbaar drempelbedrag. Het alternatief is hier dat uw bv 73,5% van de gemengde kosten in aftrek mag brengen. Dit percentage is niet gewijzigd. Het percentage van 80% in de inkomstenbelasting geldt dus niet voor de vennootschapsbelasting. Dit is een bewuste keuze van de wetgever.

5. Terug naar inhoud FIS KWARTAAL(TJE) WERKGEVERS EN WERKNEMERS Wat moet u weten over de fiets van de zaak Steeds meer werkgevers stellen een fiets ter beschikking aan hun werknemers. Daarvan is niet alleen sprake als u als werkgever een fiets koopt of leaset en aan uw werknemer ter beschikking stelt. Ook als de werknemer zelf een fiets leaset en u alle kosten vergoedt, is er sprake van een ter beschikking gestelde fiets. Onder een ‘fiets’ wordt overigens in dit verband ook een elektrische fiets en een speed pedelec verstaan. Als de werknemer de fiets voor woon-werkverkeer mag gebruiken, dan wordt ervan uitgegaan dat de fiets ook voor privédoeleinden wordt gebruikt. Dat privégebruik vormt loon in natura, waarvan u jaarlijks de waarde bij het loon moet tellen. U mag er ook voor kiezen om de bijtelling aan te wijzen als eindheffingsloon, mits u voldoet aan de gebruikelijkheidseis. Dat wil zeggen dat het gebruikelijk is dat ook andere werkgevers een fiets ter beschikking stellen en de bijtelling ten laste van de vrije ruimte brengen. Weer een andere optie is dat u met de werknemer afspreekt dat hij/zij brutoloon uitruilt tegen een ter beschikking gestelde fiets. Ook dan mag u de bijtelling aanwijzen als eindheffingsloon en ten laste brengen van de vrije ruimte, mits dit gebruikelijk is. WERKGEVERS EN WERKNEMERS Laadkosten en de bijtelling elektrische auto Stel, uw werknemer gaat met zijn elektrische auto van de zaak op vakantie. In het buitenland kan hij de laadpas niet gebruiken. Kunnen de door de werknemer betaalde laadkosten dan wel in mindering komen op de bijtelling voor privégebruik van de auto? Alleen de kosten voor privégebruik die de werknemer aan u betaalt, komen in beginsel in mindering op de bijtelling. Betalingen voor privégebruik van de auto die de werknemer aan anderen doet, mogen alleen in mindering worden gebracht op de bijtelling als het gaat om intermediaire kosten. Toch kunnen de laadkosten, maar ook brandstofkosten, parkeer-, veer- en tolgelden, onder de volgende voorwaarden als eigen bijdrage op de bijtelling in mindering komen: • Voordat de werknemer met vakantie gaat, spreekt u met hem af haar dat hij of zij de betaling van de laadkosten voor of namens u doet. • Uw werknemer specificeert de (omvang van de) kosten voor u. • U merkt deze betaling aan als eigen bijdrage voor privégebruik van de auto. • U vergoedt de betaling niet, maar brengt deze in mindering op de bijtelling. Let op Deze voorwaarden moet u schriftelijk vastleggen in bijvoorbeeld een autoreglement of (een aanvulling op) de arbeidsovereenkomst. WERKGEVERS EN WERKNEMERS Start eerste aanvraagronde ‘SLIM-subsidie’ Op 1 maart 2023 gaat het eerste aanvraagtijdvak van 2023 voor de ‘Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen’ (SLIM-regeling) van start. Het aanvraagloket is open tot en met 30 maart 17:00 uur. Voordat u een aanvraag kunt indienen, moet u zich eerst registreren als aanvrager. Dat kan vanaf twee weken voor de opening van het aanvraagtijdvak, dus ongeveer vanaf medio februari. Deze subsidieregeling biedt u de mogelijkheid om een leerrijke werkomgeving in uw bedrijf te creëren. Ook kunt u hiermee werknemers met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt een beroepsopleiding op maat laten volgen of uw werknemers tijdens hun werk een (deel van een) mbo-opleiding laten volgen. De SLIM-regeling vergoedt namelijk een deel van de kosten van een derde leerwegtraject. De SLIM-subsidie bedraagt voor het klein mkb 80% van de subsidiabele kosten en voor het middelgroot mkb 60% daarvan, met een maximum van € 24.999. Tip Naast uw eigen loonkosten mogen binnen de SLIM-regeling ook de kosten van een externe adviseur worden meegenomen. Waarde privégebruik De waarde van het privégebruik wordt gesteld op 7% van de consumentenadviesprijs van de fabrikant of importeur, inclusief btw. U kunt de consumentenadviesprijzen opzoeken in deze database. Kunt u de oorspronkelijke prijs niet vinden, dan moet u uitgaan van de consumentenadviesprijs van de meest vergelijkbare fiets. Op de bijtelling mag u de aan u betaalde eigen bijdrage van de werknemer in mindering brengen. Betalingen aan derden komen niet in mindering op de bijtelling. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het thuis opladen van de accu van de ter beschikking gestelde elektrische fiets. U kunt deze (intermediaire) kosten wel onbelast vergoeden. Wil de werknemer de fiets na een aantal jaren overnemen? Dan betaalt hij of zij de actuele waarde in het economisch verkeer. De Belastingdienst gaat daarbij uit van een afschrijving in 5 jaar. Na verloop van 5 jaar is de restwaarde dus nihil.

6. Terug naar inhoud FIS KWARTAAL(TJE) WERKGEVERS EN WERKNEMERS Verplicht meewerken aan verzoek beëindiging slapend dienstverband Het dienstverband van een werknemer die twee jaar (104 weken) arbeidsongeschikt is, kan worden ontbonden. Gebeurt dit niet, dan ontstaat een slapend dienstverband. Een werknemer kan u daarna echter op enig moment verzoeken om zijn of haar arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen, onder toekenning van een transitievergoeding. In dat geval moet u op grond van goed werkgeverschap hieraan uw medewerking verlenen. Dit heeft de hoogste rechter, de Hoge Raad, onlangs beslist. U kunt in dat geval compensatie ontvangen voor de te betalen transitievergoeding op basis van de Regeling compensatie transitievergoeding die wordt uitgevoerd door het UWV. De transitievergoeding hoeft niet meer te bedragen dan de verschuldigde vergoeding bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst na twee jaar arbeidsongeschiktheid. De datum waarop de arbeidsovereenkomst feitelijk wordt beëindigd, is daarbij dus niet bepalend. Lagere transitievergoeding De berekening van de transitievergoeding is op 1 januari 2020 gewijzigd. Dit resulteerde voor de oudere werknemers in een veel lagere transitievergoeding. Bereikten u en uw oudere werknemer evenwel overeenstemming over het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2020? Dan is de regeling voor de berekening van de transitievergoeding van voor 1 januari 2020 van toepassing. Dit betekent dus een hogere transitievergoeding. Het verdient ook aanbeveling om dit met de werknemer zo te regelen. Anders bestaat het risico dat de werknemer met deze uitspraak van de Hoge Raad in de hand aanspraak kan maken op de hogere vergoeding. Oók als de regeling tot stand is gekomen ná 1 januari 2020(!). Tip Voor de compensatie van de transitievergoeding is deze uitspraak ook van belang. Het UWV zal voor de compensatie in dit soort zaken moeten uitgaan van de regeling zoals die bestond voor 1 januari 2020. Het is dus zaak om de beslissing van het UWV op dit aspect te laten controleren. WERKGEVERS EN WERKNEMERS Nieuwe tegemoetkoming voor werknemers met beroepsziekten Op 1 januari 2023 is de nieuwe ‘Regeling tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten’ (TSB) van kracht geworden. Op grond hiervan ontvangen werknemers die geconfronteerd worden met een beroepsziekte als gevolg van het werken met gevaarlijke stoffen, een financiële compensatie. Op dit moment staan longkanker door asbest, allergisch beroepsastma of CSE/ schildersziekte op de lijst. De lijst zal de komende tijd nog verder worden uitgebreid. Als een werknemer gezondheidsschade heeft opgelopen door te werken met gevaarlijke stoffen, kan hij of zij de schade verhalen (beroepsziekteclaim) op de veroorzaker. Dat is meestal de werkgever. Deze procedure kost veel tijd (gemiddeld 4 jaar) en de (juridische) kosten kunnen behoorlijk oplopen. De nieuwe regeling moet ervoor zorgen dat slachtoffers met een beroepsziekte op snelle en onbureaucratische wijze een financiële tegemoetkoming (voorschot) ontvangen. Geen vervanging beroepsziekteclaim De TSB-regeling komt uitdrukkelijk niet in de plaats van de beroepsziekteclaim. Ontvangt uw werknemer een schadevergoeding, dan zal (een deel van) de tegemoetkoming moeten worden terugbetaald. De tegemoetkoming bedraagt € 22.839. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) is belast met de uitvoering. Tegen een beslissing van de SVB staat de mogelijkheid open om bezwaar in te dienen.

7. Terug naar inhoud FIS KWARTAAL(TJE) Wettelijke vakantiedagen over een kalenderjaar vervallen als deze niet binnen de eerste 6 maanden van het daarop volgende jaar zijn opgenomen. Zo vervallen de wettelijke vakantiedagen over het jaar 2022, als uw werknemers die dagen niet opnemen vóór 1 juli 2023. Eind 2018 heeft de Europese rechter echter beslist dat de wettelijke vakantiedagen níet vervallen als u uw werknemers niet duidelijk en tijdig hebt geïnformeerd over de vervaltermijn van hun vakantiedagen. U moet uw werknemers stimuleren en ook in staat stellen om de wettelijke vakantiedagen op te nemen. Doet u dit niet (goed), dan behouden uw werknemers de wettelijke vakantiedagen en kunnen zij later bij uitdiensttreding om uitbetaling van die dagen verzoeken. Tip Zijn er werknemers in uw bedrijf die nog vakantiedagen van het kalenderjaar 2022 niet hebben opgenomen? Informeer deze werknemers dan over de datum waarop die dagen vervallen én stel hen in staat om die dagen vóór 1 juli 2023 op te nemen. Zonder vervulling van deze voorwaarden kan er dus nog steeds een stuwmeer aan niet opgenomen vakantiedagen ontstaan. WERKGEVERS EN WERKNEMERS Attendeer werknemers tijdig op vervallen wettelijke vakantiedagen Dit jaar legt de Belastingdienst weer definitieve aanslagen inkomstenbelasting op, waarin box-3-vermogen is begrepen. Het gaat dan in eerste instantie om de aanslagen tot en met het belastingjaar 2021. Later dit jaar volgen de aanslagen voor het belastingjaar 2022. De Belastingdienst past daarbij voor de berekening van het box-3-inkomen het systeem van automatisch rechtsherstel toe, zoals dat is vastgelegd in de Wet rechtsherstel box 3. Daarbij wordt het box-3-inkomen berekend volgens het oude box-3-systeem dat gold vóór het Kerstarrest van 24 december 2021 en volgens de zogenoemde forfaitaire spaarvariant. De laagste uitkomst van deze berekeningen is het box-3-inkomen dat in de definitieve aanslag zal worden verwerkt. Nieuwe massaalbezwaarprocedure? Beide systemen gaan uit van forfaitaire rendementen. Bij veel belastingplichtigen wijken de werkelijke rendementen hiervan af. Daarnaast speelt mee dat bij toepassing van de forfaitaire spaarvariant een andere verdeling van het box-3-vermogen tussen de partners gunstiger kan zijn, dan de verdeling waarvan de Belastingdienst is uitgegaan bij de vaststelling van de aanslag. Zo ontstaat een nieuwe bron voor een tsunami aan bezwaarschriften. Om dit te voorkomen wordt momenteel - in samenspraak met de beroeps- en belangenorganisaties - onderzocht of er een nieuwe massaalbezwaarprocedure moet komen voor al deze gevallen. Daarbij zou aan de rechter de vraag moeten worden voorgelegd of de forfaitaire spaarvariant een juiste invulling is van het begrip ‘werkelijk behaalde rendement’, zoals de Hoge Raad heeft verwoord in het Kerstarrest. Als deze massaalbezwaarprocedure er komt, dan hoeft u als uw bezwaar op deze rechtsvraag is gebaseerd, niet in actie te komen. Tijdig bezwaar maken Maar zolang hierover geen duidelijkheid bestaat, zult u steeds individueel en tijdig bezwaar moeten maken tegen de opgelegde aanslag inkomstenbelasting om uw rechten veilig te stellen. ‘Tijdig’ wil in dit verband zeggen binnen 6 weken na de datum waarop de aanslag is opgelegd. Daarbij kunt u ook verzoeken om een rentevergoeding. Uit recente rechtspraak is gebleken dat als een teruggaaf is gebaseerd op een schending van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), er een redelijke tegemoetkoming moet worden verleend. Ook als de wet daarin niet voorziet. De Hoge Raad moet hierover nog beslissen, maar u moet de rentevergoeding wel alvast bij uw bezwaar claimen, anders bent u te laat. BELASTINGBETALER Box 3 houdt de gemoederen bezig

8. Terug naar inhoud FIS KWARTAAL(TJE) BELASTINGBETALER Subsidieloket open voor isolatiemaatregelen eigen woning Bent u van plan om isolatiemaatregelen te treffen in uw eigen woning? Of zijn er sinds 2 april 2022 isolatiemaatregelen uitgevoerd in uw eigen woning? U kunt hiervoor subsidie krijgen op grond van de ‘Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing’ (ISDE). Het aanvraagloket bij de RVO is sinds 24 januari jl. geopend. Vanaf 2023 kunt u ook voor één isolatiemaatregel subsidie krijgen. Vorig jaar moest u voor deze subsidie twee of meer isolatiemaatregelen in de woning treffen. Het subsidiebedrag is bij één isolatiemaatregel 15% van de isolatiekosten. Neemt u daarna binnen 24 maanden een tweede (of meer) isolatiemaatregel(en), dan wordt het subsidiebedrag voor de eerste maatregel verdubbeld naar 30%. Deze subsidieregeling wordt uitgevoerd door de RVO. Op rvo.nl kunt u aan de hand van maatregelenlijsten controleren of de isolatiemaatregelen die u wilt treffen, in aanmerking komen voor de ISDE. Daar staat ook een stappenplan om de aanvraag in te dienen. Doorloop voorafgaand aan de aanvraag eerst het stappenplan. Zo weet u precies wat u nodig hebt voor de aanvraag. In deze uitgave is de stand van zaken in wet- en regelgeving verwerkt tot en met 7 februari 2023. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk) fouten en onvolledigheden. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze de aansprakelijkheid hiervoor uit. Voor een toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen. BELASTINGBETALER Laat uw WOZ-beschikking controleren Binnenkort valt de WOZ-beschikking 2023 op uw digitale deurmat. De WOZ-waarde 2023 betreft de waarde van uw woning (of gebouw) op de waardepeildatum 1 januari 2022. Volgens de Waarderingskamer (de waakhond van de Wet WOZ) bedroeg de landelijk gemiddelde stijging van de WOZ-woningwaarde maar liefst 17% ten opzichte van de peildatum 1 januari 2021! Des te meer reden om de WOZ-beschikking extra kritisch te (laten) controleren. De WOZ-waarde is immers niet alleen relevant voor de gemeentelijke heffingen, maar ook voor andere belastingen, zoals de inkomstenbelasting en de schenk- en erfbelasting. Bent u het niet eens met de vastgestelde waarde in de WOZ-beschikking, dan moet u binnen 6 weken na de dagtekening van de beschikking daartegen bezwaar aantekenen bij uw gemeente. U kunt geen bezwaar aantekenen bij de Belastingdienst! Bent u te laat, dan zit u aan de vastgestelde waarde vast voor de gemeentelijke heffingen, maar ook voor de andere belastingen. BELASTINGBETALER Dien tijdig schenkingsaangifte in Hebt u in 2022 van uw ouders een eenmalig vrijgestelde schenking ontvangen? Of een eenmalig vrijgestelde eigenwoningschenking van iemand anders? Dan moet u – anders dan de woorden wellicht doen vermoeden – hiervoor wel een schenkingsaangifte indienen. Deze eenmalige vrijstelling kunt u namelijk alleen benutten als u in de schenkingsaangifte hebt verzocht om toepassing van de vrijstelling. De schenkingsaangifte moet u uiterlijk vóór 1 maart 2023 hebben ingediend. U logt hiervoor in met uw DigiD op MijnBelastingdienst. De eenmalig vrijgestelde schenkingen in 2022 zijn: • een vrij te besteden schenking van € 27.231; of • een extra verhoogde schenking van € 56.724 voor een dure studie; of • een extra verhoogde schenking voor de eigen woning van € 106.671.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=