De Smet Accountants - Nieuwsbrief - Mei 2019

Nummer 2 April 2019 [ FISCAAL ] [FISCAAL] [ 3 ] overzicht van de autokosten is onvoldoende. Zulke overzichten zullen immers geen gegevens bevatten over aard van de afzonderlijke ritten. Blijft de bijtelling vanwege het privégebruik van de auto ten onrechte achterwege als gevolg van een vergrijp van de werknemer, dan riskeert hij een vergrijpboete. Deze vergrijpboete bedraagt nor- maal gesproken 40%van de nageheven belasting bij grove schuld en 80%bij opzet. JJ Btw op kosten voltooien pand bij liquidatie is voorbelasting Stel een ondernemer gaat failliet en zijn onge- huwde partner begint met het verrichten van ver- gelijkbare ondernemingsactiviteiten. De failliete onderneming had een pand laten bouwen voor zijn onderneming, maar dat pand is nog niet gereed. De curator geeft de partner van de ondernemer de opdracht omhet pand af te bouwen zodat het geschikt is voor de verkoop. In dat geval kan de partner de btwop de bouwkosten aftrekken als voorbelasting. Daarbij geldt wel als voorwaarde dat de partner de bouwkosten in rekening brengt aan de failliete ondernemer of aan de curator. Dat de afnemer van een prestatie de vergoeding mis- schien niet betaalt, sluit het recht op aftrek van voorbelas- ting niet uit. JJ Fouten in opstellen managementovereenkomst leiden tot verzekeringsplicht Bij het opstellen van een managementovereenkomst moeten de partijen zorgvuldig te werk gaan als zij willen dat de opdrachtnemer geenwerknemer is voor de werknemers- verzekeringen. Als de overeenkomsten namelijk te veel kenmerken van een arbeidsovereenkomst bevatten, kan de Belas- tingdienst stellen dat sprake is vanwerknemer- schap voor de werknemersverzekeringen. Uit een recente beroepsprocedure blijkt dat deze situatie zich ook kan voordoen als een aantal holdings hun enig aandeelhouder ter beschik- king stellen aan hunwerkmaatschappij. In deze zaakmoesten de directeuren-aandeelhouders in principe de werkzaamheden zelf uitvoeren. De managementovereenkomst zou zelfs komen te vervallen als de aandeelhouder overleed of geen aandelen in de holdingmeer had. Verder ont- vingen de directeuren eenmaandvergoeding op basis van een 40-urige werkweek. Bij ziekte van de aandeelhouder van de holding gold een door- betalingsverplichting voor 12maanden. Ook gold een non-concurrentiebeding voor relaties van de werkmaatschappij die 80%van de omzet leveren als de aandeelhouders van de holding de werkzaamheden uitvoerden. Ten slotte was het de werkmaatschappij die een beroepsaanspra- kelijkheidsverzekering afsloot. Onder deze omstandighedenwas sprake van een dienstbe- trekking, aldus Rechtbank Gelderland. JJ VOF die alleen is gericht op fiscaal voordeel, is geen fiscale onderneming Als iemand alleen eenVOF aangaat omeen fiscale faciliteit te benutten en verder geen voordeel uit die VOF kan behalen, is er fiscaal gezien geen bron van inkomen. Tot dit oordeel komt althans Rechtbank Gelderland. Een voorbeeld van zo’n constructie is het aangaan van eenVOF omvoor een investering willekeurige afschrijving te claimen. Daarbij is de ven- noot steeds van plan omhet bedrijfsmiddel te verkopen aan een geli- eerde partij nadat de willekeurige aftrek is genoten. In beginsel heeft hij danmet de exploitatie van het bedrijfsmiddel nog lang niet de kosten eruit gehaald. Door het ontbreken van de bron van inkomen is de fiscale faciliteit niet toepasbaar. De Belastingdienst kan daaromde vennoot een navorderingsaanslag opleggen. De rechtbank vindt dat zelfs geen sprake is van een pleitbaar standpunt. Wie zich met zulke constructies bezighoudt, riskeert daarom een boete. Een ander belang- rijk punt was dat uit de statuten van de werkmaatschap- pij volgde dat de directeuren geen doorslaggevende stem hadden om het beleid van de werk- maatschappij te bepalen.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=