De Smet Accountants - Nieuwsbrief - Juni 2019

Nummer 3 Juni 2019 [ FISCAAL ] [ 4 ] [FISCAAL] JJ Spreek inhouding loonheffing af met opdrachtnemer Een opdrachtgever diemet een opdrachtnemer een overeenkomst van opdracht aangaat, doet er goed aan in deze overeenkomst duidelijk vast te leggen of hij wel of geen loonheffingen op de overeengeko- men vergoeding inhoudt. Laat de opdrachtgever dit achterwege en houdt hij gewoon loonheffingen in? Dan houdt hij zich niet aan de gemaakte afspraken en kan de opdrachtnemer de betaling van het inge- houden bedrag vorderen. Sinds de invoering van de Wet DBA is het begrijpe- lijk dat opdrachtgevers niet het risico willen lopen dat de fiscus hen aanmerkt als kwaadwillenden en hen beboet als zij geen loonheffingen inhouden. Hof Den Haag heeft echter geoordeeld dat dit risico voor reke- ning van de opdrachtgever moet komen als hij geen afspraken maakt met de opdrachtnemer over de inhou- dingsplicht en de uitvoering daarvan. JJ Gebruikelijk loon onder normbedrag lastig te bewijzen Als een dga vindt dat de Belastingdienst zijn fiscale loon op een te hoog bedrag heeft vastgesteld, kan hij proberen een lager fiscaal loon aannemelijk te maken. In beginsel mag de inspecteur het fiscale loon niet op een hoger bedrag zetten dan 75%van het loon uit demeest vergelijkbare dienstbetrek- king, waarin het aanmerkelijk belang geen rol speelt. Onlangs bevestigde deHoge Raad een hof- uitspraakwaarin het hof nogmaar eens bena- drukte dat deze doelmatigheidsmarge van 25%niet JJ Bouwval kan ook onder 2% overdrachtsbelasting vallen Als een onroerende zaak kwalificeert als woning, hoeft de verkrijger maar 2%overdrachtsbelasting te betalen in plaats van de normale 6%. In een zaak voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelde de Belastingdienst dat een verkregen onroerende zaak zo gebrekkig was, dat het niet kon gaan omeen gebouw, laat staan eenwoning. De desbetreffende onroerende zaak had geen overdekte en/of afgeslo- ten ruimte. Op het moment van de overdracht ont- braken ook binnenwanden, verdiepingsvloeren, kozijnen, ramen, deuren en leidingen. De inspec- teur zag in de onroerende zaak niet meer dan een overblijfsel. Maar de rechtbank vond niet dat sprake was van een zodanig verval dat de onroe- rende zaak niet langer als gebouwwas aan temer- ken. Dat de onroerende zaak op het moment van overdracht niet geschikt was voor bewoning, doet hier niet aan af. Zelfs het ontbreken van deuren, ramen en dakbedekkingmaakte dat de onroerende zaak nog steeds een gebouwwas dat naar zijn aard bestemdwas voor bewoning. En dus was het tarief van 2%van toepassing. De verkrijging van een nieuwe onroerende zaak of een bouwter- rein is in principe vrijgesteld van over- drachtsbelasting, maar wel belast met btw. Als de verkrijger de onroerende zaak of het bouwterrein gebruikt als bedrijfs- middel en de voorbe- lasting (gedeeltelijk) kan aftrekken, is deze vrijstelling in beginsel niet van toepassing. JJ Aanvinken vakje tegenbewijsregeling is het halve werk Een bv die geld leent van een verbonden lichaamvoor bepaalde doel- einden (zogeheten besmette transacties), riskeert dat de rente niet aftrekbaar is. Twee lichamen zijnmet elkaar verbonden als de een in de ander een belang vanminstens een derde houdt of als een ander lichaam in beide lichamen een belang vanminstens een derde houdt. Daarnaast zijn lichamenmet elkaar verbonden als zij behoren tot dezelfde fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. De renteaf- trekbeperking bij besmette transacties is te voorkomen door tegenbe- wijs te leveren. Alleen al het aanvinken van het vakje tegenbewijsrege- ling in de aangifte vennootschapsbelasting blijkt te helpen. In dat geval moet de inspecteur namelijk nagaan of de schuldenaar inderdaad tegenbewijs levert. Heeft de schuldenaar dit nagelaten, maar volgt de fiscus toch de aangifte zonder nadere informatie te vragen? Dan heeft de inspecteur een ambtelijk verzuimbegaan. Hij mag in dat geval de renteaftrek over dat jaar niet meer weigeren door middel van een navorderingsaanslag. Hij beschikt immers niet over een nieuw feit. Vertrouwen op de laks- heid van de Belasting- dienst is riskant. In plaats daarvan kan de schuldenaar beter tegenbewijs leveren. Zo kan hij proberen aannemelijk te maken dat de betaalde rente tegen een redelijk tarief is belast bij de schuldeiser. Beter nog is het aannemelijk maken van de zakelijk- heid van de transactie en van het aangaan van de lening.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=