De Smet Accountants - Nieuwsbrief - September 2019

Nummer 4 September 2019 [ FISCAAL ] [ 2 ] [FISCAAL] JJ Opgelegde fiscale boete wekt geen vertrouwen op voor volgende jaren Als de Belastingdienst een belastingplichtige een verzuim- of vergrijpboete oplegt voor een bepaald feit, is in principe geen strafrechtelijke vervol- ging meer mogelijk voor datzelfde feit. Uit een recente zaak voor Rechtbank Rotterdam blijkt echter dat de belastingplichtige wel goed in de gaten moet houden voor welk feit en over welke periode hij precies een boete moest betalen. Een fiscale boete voor een strafbaar feit uit de ene periode sluit dus strafrechtelijke vervolging voor een vergelijkbaar feit over een andere periode niet uit. Evenmin mag een belastingplichtige erop rekenen dat hij vanwege een fiscale boete voor een feit in een eerdere periode, voor een- zelfde feit in een andere periode ook alleen maar een fiscale boete hoeft te vrezen. De rechtbank vindt niet dat hierbij een beroep op het ver- trouwensbegin- sel mogelijk is. JJ Afwaardering van vordering vereist oninbaarheid Als een schuldeiser een vordering op een geli- eerde schuldenaar wil afwaarderen ten laste van zijn fiscale winst, wil de Belastingdienst de moge- lijkheid tot afwaarderen nogal eens in twijfel trekken. Vaak weigert de inspecteur een fiscale afwaardering van een vordering omdat hij meent dat de lening onzakelijk is. Maar de Belasting- dienst mag een afwaardering ook weigeren als de vordering nog steeds inbaar is. Deze situatie is bij- voorbeeld aan de orde als de schuldenaar vol- doende zekerheid heeft gesteld. Als nieuwe bezwaren zich voordoen, is strafrechtelijke vervol- ging wel mogelijk voor een feit waarvoor de belastingplichtige al een fiscale boete moest betalen. In dit ver- band kunnen alleen verklaringen van getuigen of van de verdachte en stukken, bescheiden en proces- sen-verbaal, die later bekend zijn geworden of niet zijn onder- zocht, kwalificeren als nieuwe bezwaren. De schuldeiser dient wel enige zekerheid te bedingen. De lening moet immers zakelijk zijn. Een derde zou ook bereid moeten zijn om onder dezelfde omstandigheden de lening te verstrekken tegen een winstonaf- hankelijke vergoeding. JJ NOB bepleit grensoverschrijdende fiscale eenheid De Staatssecretaris van Financiën had in de ‘Eer- ste internetconsultatie nieuwe groepsregeling in de vennootschapsbelasting’ een viertal scenario’s voor de toekomst van een groepsregeling in de vennootschapsbelasting voorgelegd. De Neder- landse Orde van Belastingadviseurs (NOB) laat weten het meest te zien in een grensoverschrij- dende fiscale eenheid. Deze variant leidt name- lijk tot de meeste neutraliteit van het (vennoot- schaps)belastingstelsel, aldus de NOB. Handhaving van het huidige regime inclusief spoedreparatie is volgens de NOB een minder goed alternatief. Zou het kabinet een systeem van enkele resultaatoverdracht willen, dan pleit de NOB voor een systeem van verliesoverdracht. Het afschaffen van het fiscale-eenheidsregime zonder daar een andere groepsregeling voor in de plaats te stellen, is juist niet neutraal. Ook VNO- NCW en MKB-Nederland zijn tegen afschaffing van de fiscale eenheid. JJ Wet arbeidsmarkt in balans treedt grotendeels op 1 januari 2020 in werking DeWet arbeidsmarkt in balans zal grotendeels per 1 januari 2020 inwerking treden. De compensatie voor de transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging wegens ziekte, pensionering of overlijden van de JJ Terrein kan lang status van bouwterrein behouden De btw in de kostenmet betrekking tot een bouwterrein zijn in beginsel aftrekbaar als voorbelasting. Dit recht op aftrek van voor- belasting komt te vervallen als de onroerende zaak de status van bouwterrein verliest. Maar volgens Hof Amsterdam gebeurt dat niet zo snel. Om te beginnen is het de fiscus die moet bewijzen dat een onroerende zaak geen bouwterreinmeer is. De stelling dat aannemelijk is dat een afgegeven bouwvergunning is verlopen, is daarvoor onvoldoende. Ook kan een terrein tien jaar ‘braak’ lig- gen zonder dat de status van bouwterrein verloren gaat.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=