De Smet Accountants - Nieuwsbrief - April 2020

[ 6 ] [FISCAAL] Nummer 1 Februari 2020 [ FISCAAL ] J Verrekening schenkbelasting gebaseerd op erfbelasting Als iemand binnen 180 dagen na het doen van een schenking overlijdt, bestempelt de Belasting- dienst bij wetsfictie het geschonken bedrag als een erfdeel. De inspecteur neemt dan ook deze schenking mee in de totale verkrijging waarover de erfgenaam erfbelasting moet betalen. Wel moet een verrekening plaatsvinden met de eer- der betaalde schenkbelasting. Kinderen van de erflater kunnen vaak minder verrekenen dan de schenkbelasting over de schenking binnen de 180 dagen. Dat komt doordat de verrekening ook niet meer mag bedragen dan de erfbelasting over die schenking. Voor kinderen is de vrijstelling van erfbelasting immers hoger dan de vrijstelling van schenkbelasting. De Hoge Raad heeft dit onlangs bevestigd. Heeft de schenker in hetzelfde kalenderjaar maar meer dan 180 dagen voor zijn overlijden andere bedragen geschonken aan dezelfde begun- stigde? Deel dan het binnen de 180 dagen geschonken bedrag door het jaartotaal aan schenkingen. Verme- nigvuldig deze breuk met de betaalde schenk- belasting. De uitkomst is het maximaal te ver- reken bedrag aan schenkbelasting. J Werknemer de klos als rittenregistra- tiesysteem gebreken vertoont Een werknemer met een auto van de zaak kan de bijtelling op zijn loon voorkomen als hij aanne- melijk maakt dat hij op jaarbasis hooguit 500 pri- vékilometers met die auto rijdt. De werknemer kan dit bewijzen door een sluitende rittenregis- tratie te overleggen. Stel nu dat blijkt dat de rit- tenregistratie technische gebreken vertoont en dat de leverancier dit erkent. Deze gebreken komen dan fiscaal gezien voor rekening van de werknemer. De Belastingdienst zal doorgaans de rittenregistratie niet accepteren als geschikt bewijsmiddel en alsnog de bijtelling toepassen. De bijtelling kan ook achterwege blijven als andere omstandigheden wijzen op een privégebruik van minder dan 500 kilometer per jaar. Bijvoorbeeld als de werkne- mer de auto na werktijd moet achterlaten op het bedrijfs- terrein. Of als een bestelauto door zijn inrichting niet geschikt is voor personenvervoer. J Aan grote klant verstrekte lening is zakelijk Onlangs heeft de Staatssecretaris van Financiën zijn cassatieberoep ingetrokken tegen een hofuit- spraak ten gunste van een schuldeiser. Hoewel het verstrekken van leningen buiten de normale bedrijfsactiviteiten viel, had deze schuldeiser een lening verstrekt. De staatssecretaris erkent dat een lening die niet ziet op de dagelijkse activiteiten van de onderneming toch (verplicht) ondernemings- vermogen kan zijn. Dit geldt ook als geen sprake is van een belegging van tijdelijk overtolligemidde- len. De staatssecretaris vindt wel dat de lening voor een zakelijk doel moet zijn verstrekt. Daarnaast moeten de lening en de exploitatie van de onderne- ming nauwmet elkaar verbonden zijn. Zo’n ver- bondenheid kan aan de orde zijn als de schuldenaar verantwoordelijk is voor het grootste deel van de omzet van de schuldeiser. In de desbetreffende zaak was de schuldenaar bijvoorbeeld goed voor 75%van de omzet van de schuldeiser. In de desbetreffende zaak speelde ook een rol dat een andere partij de schuldenaar onder vergelijkbare voor- waarden eveneens een lening had aangeboden. J Kostenspecificatie werkt beter dan oppervlakteverdeling Een onderneming kan haar kosten van gas, water en elektriciteit aftrekken. Het komt voor dat de bedrijfsruimtes deel uitmaken van een complex. Als de onderneming het hele complex bezit, maar een deel daarvan verhuurt aan derden, kan zij niet zomaar alle energiekosten aftrekken. Zij moet inzicht geven in het deel dat betrekking heeft op de bedrijfsruimtes. Daarvoor is wel van belang dat de ondernemer inzicht geeft in het werkelijk verbruik van de bedrijfsruimtes. Hij kan in deze situatie niet volstaan een berekening op basis van de verhouding in inhoud. Het aantal elektrische apparaten dat de onderneming gebruikt is evenmin voldoende. Uit recente rechtspraak blijkt dat de Belastingdienst mag vragen om concrete gegevens. De ondernemer kan de hoogte van zijn energiekosten beter aannemelijk maken met een overzicht van de meterstan- den. Maar in dat overzicht mogen geen gegevens ont- breken.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=