De Smet Accountants - Nieuwsbrief - Nummer 6

Nummer 6 December 2021 [ FISCAAL ] [ 2 ] [FISCAAL] J Vooroverleg met fiscus over opvolging familiebedrijf Het is nu al mogelijk ommet de Belastingdienst in gesprek te gaan over bedrijfsopvolgingstrajec- ten. In het kader van vooroverleg kan gedurende het gehele traject contact opgenomen worden met de inspecteur in situaties waarin onzekerheid bestaat over de fiscale gevolgen. Naar aanleiding van dat vooroverleg neemt de inspecteur een standpunt in over de wijze waarop het recht in een specifiek geval moet worden toegepast. Dit heeft de staatssecretaris van Financiën gezegd als reactie op een motie over het instellen van een loket familiebedrijven bij de Belastingdienst. J Geen verhoging verkrijgingsprijs ab door wetsfictie Stel een dga emigreert vanuit Nederland naar het buitenland. Een paar jaar later vindt een verplaat- sing van de werkelijke leiding van zijn bv plaats. Als de dga en zijn bv naderhand terugkeren naar Nederland, moet men kijken wat de nieuwe ver- krijgingsprijs is van het aanmerkelijk belang (ab) van de dga. Het is daarbij mogelijk dat de waarde- aangroei van het ab gedurende de buitenlandse periode onbelast is. Deze onbelaste waardeaan- Vooroverleg over bedrijfsopvolgingstra- jecten gaat vaak gepaard met een inten- sieve, tijdrovende en complexe inventarisa- tie en duiding van de feiten. Daarbij kunnen ook rechtshandelingen die direct of indirect samenhangen met een bedrijfsopvolgingstra- ject aan de orde zijn. Een snelle afhandeling van deze verzoeken is om die reden vaak niet mogelijk, aldus de staatssecretaris. groei noemt men ook wel een step-up. Zo heeft een dga recht op een step-up die is ontstaan in een peri- ode waarin de hij met betrekking tot de aandelen inNederland niet belastingplichtig was. Maar dan is wel de volgende wetsfictie van belang. Was de bv van de dga minimaal vijf jaar inNederland geves- tigd voordat de werkelijke leiding is verplaatst? Dan wordt die bv voor wat betreft de buitenlandse dga nog geacht inNederland te zijn gevestigd zolang een belastingaanslag ter zake van te conser- veren inkomen uit een ab in dat lichaam, niet vol- ledig is voldaan. Door deze wetsfictie kan de step- up dus lager uitvallen. J Belastingdienst gebonden aan onjuiste informatie op website Wie een lijfrenteverzekering heeft afgesloten waarvan de einddatum in zicht is, kan informa- tie inwinnen over de mogelijkheid van een afkoop van de lijfrenteverzekering. De verze- kerde kan bijvoorbeeld de website van de Belas- tingdienst raadplegen. In een zaak voor de Hoge Raad had een verzekerde op die website gelezen dat over de afkoop van een lijfrenteverzekering die is afgesloten vóór 16 oktober 1990 geen revi- sierente hoeft te worden betaald. Maar toen hij de lijfrente in 2015 afkocht, bracht de inspecteur hem revisierente in rekening. De Hoge Raad oor- deelt dat de verzekerde in dit geval te honoreren vertrouwen kan ontlenen aan de informatie op de website. De Hoge Raad vereist niet langer dat sprake is van meer schade dan de heffing bij een juiste wetstoepassing. Normaal gesproken is men bij een niet-gefacilieerde afkoop van een lijfrente 20% revisierente verschuldigd. Hoe hoger de verkrij- gingsprijs van een aanmerkelijk belang, des te lager het belast- bare inkomen uit aanmerkelijk belang bij een latere vervreem- ding van dat belang. J Roekeloos geld uitlenen aan dga leidt tot afkoop pensioen Veel dga’s die ooit een pensioen in eigen beheer (PEB) hebben opgebouwd, zullen deze in de periode 2017-2019 hebben omgezet in een oudedagsverplichting of fiscaal gefacilieerd hebben afgekocht. Dga’s die nog steeds een bevroren PEB aanhouden of die een PEB hadden in een jaar dat nog niet fis- caal is afgehandeld, moeten op het volgende letten. Stel dat een bv, waarin de dga een PEB aan- houdt, de dga leningen verstrekt terwijl aannemelijk is dat de dga deze niet gaat terugbetalen. De Belastingdienst kan dan zeggen dat de pensioen-bv feitelijk pensioen heeft uitgekeerd aan de dga. Bovendien is mogelijk dat door het verstrekken van deze niet terug te ontvangen leningen de finan- ciële positie van de pensioen-bv is verslechterd. Daardoor kan zij wellicht niet voldoen aan haar pensioenverplichting en dat telt als een belaste afkoop van pensioen. Als een dga nog een PEB heeft, kan hij daar geen dotaties meer aan doen. De pensioen-bv moet de pensioen- voorziening jaarlijks indexeren en actuarieel waarderen. Laat de bv de actuariële waardering en indexatie achterwege, dan kan de fiscus ook dat zien als het prijsgeven van de pensioenrechten.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=