De Smet Accountants - Nieuwsbrief - Nummer 1

BRIEF NIEUWS Nummer 1 Februari 2022 [FISCAAL] [1] [FISCAAL] [INHOUD] J Fiscaal Fiscale verzamelwet 2022 aangenomen 1 Bij twijfel moet afnemer btw-plicht leverancier bewijzen 3 Correctie kan in stand blijven na discriminerend onderzoek 3 EU geeft meer ruimte voor laag btw-tarief 5 � Overig nieuws Hoge boete voor Financiën vanwege schending privacywetgeving 8 Nieuwe importregels en grenscontroles vanwege Brexit 8 Hoge Raad verwerpt vermogensmix Sinds 2017 gelden binnen box 3 twee verschillende forfaitaire rendementen voor twee rendementsklassen. De verdeling van het box 3-vermogen over deze twee rendementsklassen, de zogeheten vermogensmix, is ook forfaitair. De Hoge Raad heeft eind 2021 geoordeeld dat de vermogensmix in strijd is met het recht op ongestoord genot van eigendom. Ook constateert de Hoge Raad dat de vermogensmix beleggers met hoge resultaten een fiscaal bevoorrechte behandeling geeft. Maar het stelsel bedeelt een relatief zware belastingschuld toe aan spaarders met lage rendementen. Voor dat grote verschil ontbreekt een rechtvaardigingsgrond. Daaromoordeelt de Hoge Raad dat de belastingrechter rechtsherstel moet bieden. Dit rechtsherstel moet plaatsvinden door het werkelijke rendement in de heffing te betrekken. Naar aanleiding van dit arrest kunnen belastingplichtigen in bezwaar gaan tegen nog openstaande aanlagen die op 2017 of latere jaren zien. Als de definitieve aanslag is opgelegd, is in principe alleen een verzoek om ambtshalve vermindering mogelijk. Men dient een verzoek om ambtshalve vermindering van een aanslag IB/PVV 2017 overigens uiterlijk dit jaar in te dienen. Maar wellicht komt het kabinet zelf met een regeling. J Fiscale verzamelwet 2022 aangenomen De Eerste Kamer heeft op 7 december 2021 het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2022 aangenomen. Dit wetsvoorstel bevat naast redactionele wijzigingen enkele maatregelen die per 1 januari 2022 in werking zijn getreden. Zoals de introductie in de dividendbelasting van een inhoudingsvrijstelling voor vennootschappen met kwalificerende landgoederen. Maar het voorstel introduceert ook een vergoeding van rente aan een belanghebbende over een teruggaaf van in- of uitvoerrechten die is geheven in strijd met het Unierecht. Verder regelt de Fiscale verzamelwet 2022 een algemene antimisbruikmaatregel in deWet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB). Hoge Raad vewerpt vermogensmix.

Nummer 1 Februari 2022 [FISCAAL] [2] [FISCAAL] J Doorbetaaldloonregeling beperkt gebruikelijk loon In een zaak voor Hof Amsterdamnamde inspecteur het volgende standpunt inmet betrekking tot de gebruikelijkloonregeling. Als een dga een indirect aanmerkelijk belang (ab) houdt in de tussenhoudster- en dochtervennootschappen, moet men aansluiten op het loon van demeestverdienende gewone werknemer in het concern. Deze regel geldt volgens de fiscus zelfs als de doorbetaaldloonregeling ook van toepassing is. Maar het hof verwerpt dit standpunt. De doorbetaaldloonregeling staat de methode van de inspecteur dus wel in de weg. J Startersaftrek ondanks langdurig opgeven als ondernemer Stel dat iemand over minstens zes opeenvolgende jaren winst uit onderneming opgeeft in zijn aangifte IB/PVV. Maar alleen in het laatste jaar claimt hij de zelfstandigenaftrek inclusief de verhoging voor starters. Kan dat? Rechtbank Zeeland-West-Brabant meent van wel. Voor het recht op startersaftrek is niet van belang of de belasHet hof oordeelt bovendien dat een dga die naast bestuursactiviteiten ook advieswerkzaamheden verricht niet is te vergelijken met een gewone belastingadviseur of een accountant. Deze functies geven in beginsel niet de meest vergelijkbare dienstbetrekking weer. In beginsel heeft een ondernemer recht op startersaftrek als hij in een of meer van de vijf voorgaande jaren geen ondernemer was. Daarnaast mag hij in die periode de zelfstandigenaftrek hooguit twee keer hebben toegepast. tingplichtige heeft opgegeven dat hij ondernemer was. Relevant is of hij juridisch als fiscaal ondernemer kwalificeert. Door het ontbreken van een bron van inkomen kan het dus best zijn dat de belastingplichtige later ondernemer is geworden dan dat hij heeft opgegeven. J Verduidelijking van vrijstelling voor arbovoorzieningen Op grond van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) moet de werkgever bepaalde voorzieningen verstrekken. Het betreft voorzieningen ter bestrijding of het voorkomen van veiligheids- en gezondheidsrisico’s voor werknemers. Deze risico’s moeten verbonden zijn met de door de werknemer verrichte arbeid. Onder voorwaarden zijn verplichte arbovoorzieningen onbelast te verstrekken. De staatssecretaris van Financiën heeft onlangs benadrukt dat deze vrijstelling nooit is beoogd om ook niet-verplichte voorzieningen vrij te stellen. Als voorbeelden van verplichte arbovoorzieningen noemt de staatssecretaris een ergonomisch verantwoorde bureaustoel, een voetenbankje voor beeldschermwerk, een beeldschermbril, laboratoriumjassen en veiligheidsschoenen. De arbovrijstelling geldt niet voor algemene gezondheidschecks, gezonde maaltijden, fietsen, sportieve activiteiten en dergelijke. Verder maakt de staatssecretaris duidelijk dat bij toepassing van de gerichte vrijstelling voor verplichte arbovoorzieningen geen ruimte is voor een eigen bijdrage van werknemers. In het verleden is het standpunt ingenomen dat de cursus stoppen met roken en een stoelmassage vielen onder de gerichte vrijstelling. Maar met deze aanpassing vallen deze voorzieningen niet langer onder de vrijstelling. JInvesteringen garanderen nog geen ondernemerschap De enkele omstandigheid dat iemand investeringen doet in verband met een activiteit, wil nog niet zeggen dat hij ondernemer is. Voor ondernemerschap is immers onder andere vereist dat de desbetreffende activiteit een bron van inkomen vormt. Hof Amsterdamoordeelt dat een ondernemer op termijn zijn investeringenmoet kunnen terugverdienenmet resultaten uit zijn onderneming. Daarbij moet de potentiële ondernemer bovendien rekening houdenmet mogelijke tegenslagen. De zaak voor het hof lijkt ook te suggereren dat het is aan te raden om te investeren in bedrijfsmiddelen die zonder al te veel aanpassingen zijn te gebruiken ten behoeve van de onderneming.

Nummer 1 Februari 2022 [FISCAAL] [FISCAAL] [3] J Bij twijfel moet afnemer btw-plicht leverancier bewijzen In de praktijk kan het gebeuren dat de Belastingdienst niet over de gegevens beschikt om vast te stellen of de (werkelijke) leverancier in een transactie btw-plichtig is. Het Hof van Justitie EU bepaalt dat in zo’n situatie de afnemer moet bewijzen dat de leverancier belastingplichtig is. Als hem dat niet lukt, moet de fiscus hem de btw-aftrek weigeren. De fiscale autoriteiten hoeven daarbij niet te bewijzen dat de afnemer btw-fraude heeft gepleegd. Voor het Hof maakt het hierbij niet uit of de afnemer wel of niet wist/kon weten dat de afgenomen handelingen onderdeel uitmaakten van fraude. J Aanslag erfbelasting naar executeur of erfgenamen Als de erflater een executeur heeft aangewezen, moet men bij de aangifte erfbelasting aangeven of de fiscus de aanslagen naar de executeur moet verzenden of direct naar alle nabestaanden. Bij de keuze voor de optie executeur ontvangt de executeur een geleidebrief met alle aanslagen. Vervolgens zorgt hij voor het verspreiden van de aanslagen. De aanslagen zijn op naam van de verkrijgers. De staatssecretaris van Financiën heeft onlangs duidelijk gemaakt dat men niet voor beide opties tegelijkertijd kan kiezen. Dit om aansluiting te houden bij de taken en verantwoordelijkheden van de executeur. Als de executeur is benoemd, is deze volgens de wet standaard bevoegd tot het beheer van de nalatenschap. Hij vertegenwoordigt in zijn doen en laten de erfgenamen. De erfgenamen mogen het beheer dan niet (meer) voeren. J Btw over vast en variabel deel van vergoeding Een btw-ondernemer moet het bedrag aan af te dragen omzetbelasting berekenen over de vergoeding voor zijn belaste prestatie. Onder normale omstandigheden stelt hij het bedrag van de vergoeding op het factuurbedrag exclusief btw. Sommige ondernemers, bijvoorbeeld juridisch adviseurs, vragen van hun cliënten een vergoeding die uit twee delen bestaat. Het eerste deel is een vaste vergoeding. Na afloop van de procedure dient de cliënt een percentage van het behaalde resultaat als aanvullende vergoeding te betalen. Soms kan een cliënt zelfs kiezen tussen een lage vaste vergoeding en een hoge aanvullende vergoeding of een hoge vaste vergoeding en een lage aanvullende vergoeding. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de ondernemer in zo’n geval zowel over het vaste als het variabele deel btw moet afdragen. Op verzoek van de erfgenamen moet de executeur wel inlichtingen aan de erfgenamen verschaffen. Daarom vindt de staatssecretaris een aanpassing in de aangifteproducten op dit moment niet voorzien noch gewenst. Luiden de gegevens voor de berekening van de vergoeding in een andere valuta dan de euro? Dan moet de ondernemer de wisselkoers vaststellen volgens de laatste koers op het tijdstip waarop hij de btw verschuldigd is. In plaats van deze wisselkoers mag hij de wisselkoers hanteren die de Europese Centrale Bank het laatst heeft bekend gemaakt. JCorrectie kan in stand blijven na discriminerend onderzoek De Hoge Raad heeft in een recent arrest enige algemene uitgangspunten over de controlemogelijkheden van de fiscus geformuleerd. Constateert de inspecteur bijvoorbeeld in een aangifte over een bepaald jaar dat ten onrechte aftrekposten zijn opgevoerd? Dan mag hij ook onderzoek doen naar aangiften van eerdere en latere jaren. Dit is zelfs toegestaan als gegevens zijn opgeslagen in een bestand en deze gegevensverwerking onrechtmatig is. Dit leidt dus niet tot een verlaging van de aanslag of een het toekennen van een schadevergoeding door de belastingrechter. Uitsluitend als de controle van de aangifte voortvloeit uit een risicoselectie op basis van afkomst, geaardheid of geloofsovertuiging, kan het gebruik van hetgeen bij die controle aan het licht is gekomen ontoelaatbaar worden geacht. De Belastingdienst mag de aangifte op die punten dan niet corrigeren.

Nummer 1 Februari 2022 [FISCAAL] [4] [FISCAAL] J Tegemoetkoming stopt recht op immateriële schadevergoeding Zo lang een bezwaar- en beroepsprocedure duurt, verkeert de belastingplichtige in spanning over de uitkomst. Daaromheeft hij recht op een vergoeding van de immateriële schade als de procedure onredelijk lang duurt. Het komt voor dat de Belastingdienst tegemoetkomt aan het bezwaar, maar de belastingplichtige later nog een beroepschrift indient vanwege een nieuw opgekomen standpunt. Rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat in zo’n geval de spanning verdwijnt op het moment waarop de fiscus tegemoetkomt aan het bezwaarschrift. Over de periode die daarna volgt, heeft de belastingplichtige in beginsel geen recht meer op een immateriële schadevergoeding. J Alleen vast loon telt voor loonnorm 30%-regeling Wil een werkgever voor een uit het buitenland overgekomen werknemer de 30%-regeling toepassen? Dan moet op het toetsmoment zijn voldaan aan de loonnorm. Dat betekent dat het vaste overeengekomen loon bij aanvang van de dienstbetrekking in Nederland hoog genoeg moet zijn (in beginsel € 39.467 in 2022). Rechtbank Gelderland oordeelt dat beslissend is of de Als de inspecteur onredelijk lang talmt met het nemen van een beslissing, kan de belanghebbende hem een last onder dwangsom laten opleggen. werknemer met het aangaan van de arbeidsovereenkomst voldoet aan de loonnorm. Het aangaan van de (eerste) arbeidsovereenkomst vormt het toetsmoment. Het loon in deze arbeidsovereenkomst moet voldoen aan de norm. Omdat variabel loon te onzeker is, telt alleen vast loon mee. Ook een tweede arbeidsovereenkomst met een hoger vast salaris is irrelevant. J Een goede rittenregistratie is beter dan twee tegenstrijdige Overlegt een werknemer twee rittenregistraties die elkaar tegenspreken? Dan zal de Belastingdienst eerder meer dan minder geneigd zijn de bijtelling toe te passen. En Rechtbank Gelderland vindt dat terecht. In een recente zaak voor deze rechtbank stond een dga met een auto van de zaak erop dat de rechter twee rittenregistraties als bewijs toeliet. De rittenregistraties spraken elkaar echter tegen. De dga stelde dat de eerste rittenregistratie uit primaire kladaantekeningen bestond terwijl de tweede registratie de echte was. Maar ook de tweede rittenregistratie was gebaseerd op kladaantekeningen. Daarnaast weken de aantekeningen in overlegde agenda’s eveneens op belangrijke punten af van de tweede rittenregistratie. Als een bv bij haar dga de bijtelling vanwege privégebruik van de auto van de zaak moet toepassen, kan dit leiden tot een lagere correctie van het fictief loon voor de gebruikelijkloonregeling. JToch dubbele bijtelling mogelijk na tragische overname Vorig jaar behandelde Rechtbank Den Haag een zaak waarin een man zijn auto van de zaak omruilde voor die van zijn overleden vrouw en collega. Op grond van de wet moest de werkgever over zowel het loon van de man als de vrouw de bijtelling vanwege privégebruik van de overgenomen auto toepassen. De rechtbank vond dat deze situatie te hard uitpakte. Hof Den Haag oordeelt dat de Belastingdienst wel mag naheffen. Het hof vindt het aannemelijk dat de auto van de zaak van de man voor het overlijden van zijn echtgenote aan beiden ter beschikking stond. De helft van de bijtelling over deze periode is aan de man toe te rekenen. De bijtelling over de periode tussen de dood van de echtgenote en het overnemen van haar auto van de zaak is volledig aan de man toe te rekenen. Wel komt het hof daarmee op een lagere bijtelling dan de fiscus. Het hof constateert dat de staatssecretaris van Financiën deze schrijnende situatie had kunnen voorkomen door zorgvuldiger te beslissen op het beroep op de hardheidsclausule. Het hof geeft hem dan ook in overweging het beroep van de man op de hardheidsclausule opnieuw te beoordelen. Voor werknemers met eenNederlandse mastergraad in het wetenschappelijk onderwijs of een gelijkwaardige buitenlandse graad geldt een loonnorm van € 30.001 (bedrag 2022) als zij nog geen 30 jaar oud zijn.

Nummer 1 Februari 2022 [FISCAAL] [FISCAAL] [5] J EU geeftmeer ruimte voor laag btw-tarief De EU-ministers van Financiën zijn het na jaren onderhandelen eens geworden over uitbreiding van een richtlijn. Deze richtlijn staat voor zeven categorieën een verlaagd tarief toe. Dit tarief ligt tussen 0 en 5%en is bijvoorbeeld toe te passen op farmaceutische producten, medische uitrusting, levering van boeken en het uitlenen door bibliotheken. Een tariefsverlagingmag echter niet leiden tot verstoring van concurrentie. Het voordeel moet bovendien terechtkomen bij de consument. Verlaagde btwtarieven op fossiele brandstoffen als olie, gas en steenkool zijn vanaf 1 januari 2030 niet langer toegestaan. Vanaf 1 januari 2032 geldt dat ook voor kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Het ministerie van Financiën heeft benadrukt dat het aan de nieuwe Nederlandse regering is om te besluiten of zij deze mogelijkheid wel of niet gaat benutten. J Gewijzigde winstverdeling wijst op nieuwe maatschap Uit een zaak voor RechtbankGelderland blijkt datmaten eenmaatschap kunnen ontbinden en het vastgoed vrijgesteld van overdrachtsbelasting in eennieuwemaatschap kunnen inbrengen. De zaak betrof een vrouwdie onder huwelijkse voorwaarden was getrouwd. Samenmet haar echtgenoot dreef zij binnen eenmaatschap een landbouwbedrijf. Daarbij waren dematen eenwinstverdeling van 50%– 50% overeengekomen. In 2015 ontbonden zij de oude maatschap omvervolgensmeteen eennieuwemaatschap op te richten. Daarbij brachten zij hun deelgerechtigdheid in het vermogen van de oudemaatschap in de nieuwemaatschap in. Bovendien bracht deman de economische eigendomvan onroerende zaken in, die tot zijn buitenvennootschappelijk vermogen behoorden. Ten slotte kwamen dematen eennieuwe winstverdeling overeen: 55%voor de vrouwen 45% voor haar echtgenoot. In tegenstelling tot de fiscus meent de rechtbank dat deze handelingen en overeenkomsten de economischewerkelijkheidweerspiegelen. Daarommag de inspecteur de civielrechtelijke vormniet negeren. Dat betekent dat de vrijstelling van overdrachtsbelasting van toepassing is. De rechtbank oordeelde bovendien dat geen sprake was van misbruik van recht. Daarbij speelde een rol dat de vrouw niet over haar aandeel in de onroerende zaken kan beschikken, zodat de inbreng van de onroerende zaken niet voltooid is. J Tegenbewijsregeling kan dividendbelasting voorkomen Als gevolg van de emigratie van een dga kan een verplaatsing van de feitelijke leiding van een bv of een andere vennootschap plaatsvinden. Als die verplaatste bv een aanmerkelijk belang houdt in een Nederlands lichaam, kan de inspecteur het idee krijgen dat een en ander is opgezet om de belastingheffing bij de aandeelhouder te ontgaan. In zo’n situatie is de bv een buitenlandse belastingplichtige die een belastbaar bedrag geniet. De bv mag dan echter ook tegenbewijs leveren. Als zij aannemelijk kan maken dat de werkelijke leiding om niet-fiscale redenen is verplaatst, is er niets aan de hand. Rechtbank Den Haag meent dat geen sprake hoeft te zijn van fiscale redenen als de verplaatsing past bij een lang bestaande houdsterstructuur. JHolding is niet per definitie een belastingconstructie Voormalig staatssecretaris van Financiën Hans Vijlbrief heeft onlangs verklaard dat het hanteren van houdsterconstructies door advieskantoren niet per se belastingontwijking is. Hij gaat er daarbij van uit dat een partner loon uit zijn bv ontvangt voor de werkzaamheden die hij verricht. Uit de gebruikelijkloonregeling volgt hoe hoog dat loon minimaal moet zijn. Partners van advieskantoren ondergaan voor de toepassing van de gebruikelijkloonregeling dezelfde behandeling als andere belastingplichtigen. Wel vindt Vijlbrief dat de fiscaliteit niet de doorslaggevende factor zou moeten zijn bij de keuze van een rechtsvorm of de vormgeving van de arbeidsrelatie. Hij sluit echter niet uit dat het verschil in belastingdruk wel degelijk de doorslaggevende factor kan zijn. Dividenden aan buitenlandse bv’s met een aanmerkelijk belang in Nederlandse vennootschappen vielen tot 2016 onder een dividendbelasting van 15%. Later is die regelgeving gewijzigd. Maar dat maakt volgens de rechtbank niet dat bij herstructureringen van vóór 2016 met terugwerkende kracht sprake is van een ontgaansmotief.

Nummer 1 Februari 2022 [FISCAAL] [6] [FISCAAL] J Alle maanden RVU van werkgever tellen mee voor vrijstelling In geval van een regeling voor vervroegde uittreding (RVU) is de werkgever in beginsel een pseudo-eindheffing verschuldigd over de uitkeringen uit die RVU (RVU-heffing). Onder voorwaarden kan tijdelijk een (drempel)vrijstelling gelden. De omvang van deze vrijstelling is afhankelijk van het aantal maanden tussen de (eerste) uitkering uit de RVU en het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. In hoeverre de periode van verlof meetelt voor de berekening van de omvang van de RVU-drempelvrijstelling, hangt af van de vormgeving van het verlof. Stel bijvoorbeeld dat het maandelijkse verlof voor 2/3 bestaat uit eigen verloftegoed van de werknemer. De werkgever verstrekt de overige 1/3 aan maandelijks verlof in het kader van de RVU-regeling ter overbrugging tot de AOW-leeftijd. In dat geval tellen alle maanden waarin de werkgever (gedeeltelijk) RVU-verlof verstrekt, mee voor de berekening van de omvang van de RVU-drempelvrijstelling. J Aanvullende regeling voor uitstel van belastingbetaling Het recentste Besluit noodmaatregelen coronacrisis bevat een aanvullende regeling voor uitstel van betaling van belastingen. Deze geldt voor ondernemers die het bijzonder uitstel al eerder hebben benut. Maar ondernemers die voor het eerst verzoeken om uitstel van betaling, kunnen de regeling ook toepassen. Het gaat om belastingschulden die uiterlijk op 31 januari 2022 betaald hadden moeten zijn. De coronacrisis moet de oorzaak van de betalingsproblemen zijn geweest. Na afloop van het verleende uitstel komt de ondernemer in aanmerking voor een betalingsregeling. Die regeling houdt in dat de fiscus tot 1 oktober 2027 uitstel van betaling verleent voor belastingen van ondernemers die uiterlijk 30 september 2021 betaald hadden moeten zijn. De ontvanger van de belastingen moet daarvoor wel expliciet hebben toegezegd geen invorderingsmaatregelen te treffen. J Treuzel niet met storting op g-rekening Inleners van personeel riskeren aansprakelijk te worden gesteld als de uitlener van de medewerkers zijn fiscale verplichtingen niet nakomt. Dit kan een inlener ervan weerhouden om de facturen van de uitlener te betalen totdat hij meer zekerheid heeft. Rechtbank Overijssel heeft geoordeeld dat een inlener in beginsel geen reden meer heeft om zijn betaling op te schorten als de uitlener toestaat dat het hele bedrag wordt gestort op zijn g-rekening. De inlener is dan immers gevrijwaard voor de gevolgen van een eventuele naheffing van loonbelasting. Als een uitlener van personeel ten onrechte te lang op zijn vergoeding moet wachten, kan hij bij de inlener conservatoir beslag laten opleggen. J Proceskostenvergoeding ondanks ontbreken van nieuw standpunt In een geschil over deWOZ-waarde van een onroerende zaak wilde de gemeente de eigenaar van dit pand geen kostenvergoeding toekennen. De gemeente vond namelijk dat zij geen punt hoefde toe te kennen voor de hoorzitting omdat de gemachtigde geen enkele kennis van het dossier zou hebben. Volgens de gemeente las de gemachtigde alleen standpunten voor die bij haar al bekend waren. Maar rechtbank Gelderland oordeelt dat een gemachtigde tijdens de hoorzitting niet verplicht is ommet een actieve en open houding een inhoudelijke dialoog te faciliteren die kan leiden tot een eerlijke en zorgvuldige heroverweging. Hij hoeft evenmin nieuwe informatie in te brengen of op alle vragen van de gemeente antwoord te kunnen geven. De rechtbank oordeelt ook dat een belanghebbende een vergoeding kan krijgen voor een rapport dat hij door een geschorste taxateur heeft laten opstellen. Tenminste, als voor de rest geen redenen zijn om te twijfelen aan de deskundigheid van de taxateur. Hierbij mag men afronden op hele maanden.

Nummer 1 Februari 2022 [FISCAAL] [FISCAAL] [7] [OVERIG NIEUWS] J Werkgever kan werknemer laten vervoeren tegen 9% btw Sommige werkgevers verzorgen het vervoer van hun personeel. Dat gebeurt door werknemers wisselend als (betaald) chauffeur in te zetten in auto’s van de werkgever om andere werknemers te vervoeren van huis naar wisselende werkplekken. De werkgever houdt bij deze werknemers (dus niet bij de chauffeur) een vergoeding op het loon in voor dat vervoer. Dit vervoer komt voor de btw-heffing dermate overeen met taxivervoer, dat dit vervoer eveneens is belast met 9% btw. J RVO moet omzetverlies bepalen met btw-aangiftes Om recht te hebben op de Tegemoetkoming Vaste Lasten, moet een ondernemer minstens 30% omzetverlies hebben geleden ten aanzien van de referentieperiode. Bij de vergelijking van omzetten kijkt de RVO naar de omzetten volgens de aangiftes omzetbelasting van de ondernemer. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt dat dit in principe de juiste manier van toetsen is. De regelgever heeft het evenredigheidscriterium niet geschonden met het voorschrijven van deze methode. Als een ondernemer geen btw-aangiftes indient, kan de RVO de omzet halen uit de financiële administratie van de onderneming of een ander bewijsstuk. JFiscus publiceert handreiking voor keuze eindheffingsloon Hoewel sommige loonbestanddelen verplicht eindheffingsloon zijn of juist geen eindheffingsloon mogen zijn, kan de werkgever soms kiezen. De Belastingdienst heeft onlangs een handreiking uitgereikt over dit onderwerp. De werkgever moet de keuze tussen eindheffingsloon en werknemersloon uiterlijk maken op het moment van vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen. Hij hoeft dus niet vooraf te kiezen. Hij hoeft evenmin zijn keuze te melden bij de inspecteur. Maar de keuze van de werkgever moet wel blijken uit bijvoorbeeld de administratie. Hierin moet de werkgever de vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling opnemen als eindheffingsloon of als werknemersloon. De werkgever mag niet met terugwerkende kracht loon aanwijzen als eindheffingsloon. Een eenmaal gemaakte keuze is dus definitief. Heeft de werkgever het loon niet aangewezen als werknemersloon of eindheffingsloon? Dan gaat de Belastingdienst ervan uit dat het loon werknemersloon is als het genoten is in een vorig kalenderjaar. Is het loon genoten in het lopende kalenderjaar en is voldaan aan de gebruikelijkheidstoets? Dan is het uitgangspunt dat het om eindheffingsloon gaat. Hetzelfde geldt voor zover een werkgever voldoet aan de voorwaarden en grensbedragen van de gerichte vrijstellingen. Als de werkgever per ongeluk een verkeerde keuze heeft gemaakt, mag hij deze wel aanpassen. Hij herstelt zo’n fout door de aangifte te corrigeren en de administratie aan te passen. Voor de btw-heffing telt personenvervoer per auto tegen betaling, anders dan openbaar vervoer, als taxivervoer.

[8] [Overig nieuws] [OVERIG NIEUWS] Nummer 1 Februari 2022 Ondanks de uiterst zorgvuldige wijze waarop onze berichtgeving tot stand komt, kan er natuurlijk altijd iets misgaan. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze aansprakelijkheid uit ter zake van eventuele onjuiste berichtgeving. Voor toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen. [OVERIG NIEUWS] G Num er 1 Februari 202 J Hoge boete voor Financiën vanwege schending privacywetgeving De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft de minister van Financiën een bestuurlijke boete opgelegd van € 2,75 miljoen voor het overtreden van de privacywetgeving. De Belastingdienst/ Toeslagen bleef namelijk zonder rechtmatige grondslag in ieder geval vanaf 1 januari 2016 tot 30 juni 2020 de dubbele nationaliteit van Nederlanders bewaren in zijn Toeslagen Verstrekkingen Systeem (TVS). Ook heeft de afdeling Toeslagen in ieder geval vanaf maart 2016 tot oktober 2018 de nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag verwerkt voor een indicator in een risico-classificatiemodel. De nationaliteit van de aanvragers is in ieder geval De staatssecretaris van Financiën heeft in een Kamerbrief aangegeven verbetermaatregelen door te gaan voeren. De belangrijkste maatregelen zijn de invoering van een nieuw behandelkeuzemodel, de aanstelling van een speciale adviesraad, versterking van vaktechnische waarborgen en de oprichting van de Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane. vanaf 1 januari 2016 tot februari 2019 verwerkt voor de opsporing van georganiseerde fraude. Deze verwerkingen waren niet noodzakelijk voor de vervulling van de taak van Toeslagen. Daarnaast heeft Toeslagen bij de genoemde verwerkingen in strijd gehandeld met het beginsel van behoorlijk bestuur. J Nieuwe importregels en grenscontroles vanwege Brexit Per 1 januari 2022 is een einde gekomen aan de uitgestelde douaneaangifte voor importstromen naar het Verenigd Koninkrijk. Inmiddels zijn volledige douaneaangiften en -controles ingevoerd. Het Verenigd Koninkrijk (VK) heeft ervoor gekozen om importregels en grenscontroles gefaseerd in te voeren via het Border Operating Model (BOM). Per 1 januari 2022 is de tweede fase van het BOM ingegaan en geldt de verplichting voor een volledig ingevulde Britse invoeraangifte. Verder zijn nu zogeheten prenotificaties voor dierlijke- en landbouwproducten vereist. Exporteurs moeten gebruik maken van ‘pre-lodgement of temporary storage’ (vooraf aangifte of tijdelijke opslag) om goederen te importeren vanuit de EU. De derde fase van de BOM gaat vanaf juli 2022 in, met hoofdzakelijk nieuwe regels voor dieren en dierlijke- of plantaardige producten. J Positie belanghebbende in het bestuursrecht moet verbeteren De Tweede Kamer heeft op 30 november 2021 via eenmotie de regering gevraagd omop korte termijn grondig te onderzoeken hoe de positie van belanghebbende te versterken. De Tweede Kamer wil dat burgers de mogelijkheid krijgen om eigen gemaakte procedurele fouten te herstellen (de bestuurlijke lus). Ook wil de Kamer dat de regering door de burger afdwingbare verplichtingenmet wettelijke sancties opneemt in de wet. Verder moet het wettelijkmogelijk worden dat de bestuursrechter actief de burger wijst opmogelijke lacunes in zijn (hoger) beroep en hem inlicht over wat hij nog moet doen om succes te behalen. De Tweede Kamer wil dat het kabinet de resultaten van het onderzoek meeneemt in het wetsvoorstel tot aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht, dat in het voorjaar van 2022 in publieke consultatie gaat. Positie belanghebbende in het bestuursrecht moet verbeteren.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=