De Smet Accountants - Nieuwsbrief - Nummer 1

Nummer 1 Februari 2022 [FISCAAL] [FISCAAL] [5] J EU geeftmeer ruimte voor laag btw-tarief De EU-ministers van Financiën zijn het na jaren onderhandelen eens geworden over uitbreiding van een richtlijn. Deze richtlijn staat voor zeven categorieën een verlaagd tarief toe. Dit tarief ligt tussen 0 en 5%en is bijvoorbeeld toe te passen op farmaceutische producten, medische uitrusting, levering van boeken en het uitlenen door bibliotheken. Een tariefsverlagingmag echter niet leiden tot verstoring van concurrentie. Het voordeel moet bovendien terechtkomen bij de consument. Verlaagde btwtarieven op fossiele brandstoffen als olie, gas en steenkool zijn vanaf 1 januari 2030 niet langer toegestaan. Vanaf 1 januari 2032 geldt dat ook voor kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Het ministerie van Financiën heeft benadrukt dat het aan de nieuwe Nederlandse regering is om te besluiten of zij deze mogelijkheid wel of niet gaat benutten. J Gewijzigde winstverdeling wijst op nieuwe maatschap Uit een zaak voor RechtbankGelderland blijkt datmaten eenmaatschap kunnen ontbinden en het vastgoed vrijgesteld van overdrachtsbelasting in eennieuwemaatschap kunnen inbrengen. De zaak betrof een vrouwdie onder huwelijkse voorwaarden was getrouwd. Samenmet haar echtgenoot dreef zij binnen eenmaatschap een landbouwbedrijf. Daarbij waren dematen eenwinstverdeling van 50%– 50% overeengekomen. In 2015 ontbonden zij de oude maatschap omvervolgensmeteen eennieuwemaatschap op te richten. Daarbij brachten zij hun deelgerechtigdheid in het vermogen van de oudemaatschap in de nieuwemaatschap in. Bovendien bracht deman de economische eigendomvan onroerende zaken in, die tot zijn buitenvennootschappelijk vermogen behoorden. Ten slotte kwamen dematen eennieuwe winstverdeling overeen: 55%voor de vrouwen 45% voor haar echtgenoot. In tegenstelling tot de fiscus meent de rechtbank dat deze handelingen en overeenkomsten de economischewerkelijkheidweerspiegelen. Daarommag de inspecteur de civielrechtelijke vormniet negeren. Dat betekent dat de vrijstelling van overdrachtsbelasting van toepassing is. De rechtbank oordeelde bovendien dat geen sprake was van misbruik van recht. Daarbij speelde een rol dat de vrouw niet over haar aandeel in de onroerende zaken kan beschikken, zodat de inbreng van de onroerende zaken niet voltooid is. J Tegenbewijsregeling kan dividendbelasting voorkomen Als gevolg van de emigratie van een dga kan een verplaatsing van de feitelijke leiding van een bv of een andere vennootschap plaatsvinden. Als die verplaatste bv een aanmerkelijk belang houdt in een Nederlands lichaam, kan de inspecteur het idee krijgen dat een en ander is opgezet om de belastingheffing bij de aandeelhouder te ontgaan. In zo’n situatie is de bv een buitenlandse belastingplichtige die een belastbaar bedrag geniet. De bv mag dan echter ook tegenbewijs leveren. Als zij aannemelijk kan maken dat de werkelijke leiding om niet-fiscale redenen is verplaatst, is er niets aan de hand. Rechtbank Den Haag meent dat geen sprake hoeft te zijn van fiscale redenen als de verplaatsing past bij een lang bestaande houdsterstructuur. JHolding is niet per definitie een belastingconstructie Voormalig staatssecretaris van Financiën Hans Vijlbrief heeft onlangs verklaard dat het hanteren van houdsterconstructies door advieskantoren niet per se belastingontwijking is. Hij gaat er daarbij van uit dat een partner loon uit zijn bv ontvangt voor de werkzaamheden die hij verricht. Uit de gebruikelijkloonregeling volgt hoe hoog dat loon minimaal moet zijn. Partners van advieskantoren ondergaan voor de toepassing van de gebruikelijkloonregeling dezelfde behandeling als andere belastingplichtigen. Wel vindt Vijlbrief dat de fiscaliteit niet de doorslaggevende factor zou moeten zijn bij de keuze van een rechtsvorm of de vormgeving van de arbeidsrelatie. Hij sluit echter niet uit dat het verschil in belastingdruk wel degelijk de doorslaggevende factor kan zijn. Dividenden aan buitenlandse bv’s met een aanmerkelijk belang in Nederlandse vennootschappen vielen tot 2016 onder een dividendbelasting van 15%. Later is die regelgeving gewijzigd. Maar dat maakt volgens de rechtbank niet dat bij herstructureringen van vóór 2016 met terugwerkende kracht sprake is van een ontgaansmotief.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=