De Smet Accountants - Nieuwsbrief - Nummer 2

BRIEF NIEUWS Nummer 2 Mei 2022 [FISCAAL] [1] [FISCAAL] [INHOUD] J Fiscaal Pauze in invordering box 3-belasting 1 Verlenging van grensarbeidersafspraken België en Duitsland 4 Tariefsaanpassing geldt niet voor eigenwoningforfait 5 Kilometerregistratie is harde voorwaarde BPM-vrijstelling 6 Fiscus mag fiscale data van personen op sanctielijst delen 7 � Overig nieuws Tozo-krediet kan op naam van dga komen 7 Stel vast dat cliënt is geregistreerd in UBO-register 8 Pauze in invordering box 3-belasting De staatssecretaris van Financiën heeft aan de Tweede Kamer een brief aangebodenmet daarin een technische briefing over box 3. Hierin staat ook hoe de ontvanger van de belastingen zal omgaanmet de voorlopige aanslagen inkomstenbelasting 2022. Gezien het Kerstarrest kunnen de voorlopige aanslagen voor belastingplichtigenmet een box 3-inkomen te hoog zijn vastgesteld. Deze belastingplichtigen krijgen op korte termijn te horen dat de ontvanger geen (dwang)invorderingsmaatregelen zal nemen. Hij zal evenmin invorderingsrente rekenen bij overschrijding van de laatste betaaltermijn. De invordering blijft gepauzeerd tot het box 3-inkomen correct is vastgesteld. Dat komt erop neer dat de ontvanger pas gaat invorderen als een nieuwe correcte VA 2022 is vastgesteld of een definitieve aanslag over belastingjaar 2022 is opgelegd. J Verhoging van maximumgrens lenen van eigen bv tot € 700.000 De staatssecretaris van Financiën heeft het gewijzigde wetsvoorstel excessief lenen bij eigen vennootschap naar de Tweede Kamer gestuurd. Op grond van dit wetsvoorstel moeten aanmerkelijkbelanghouders die meer dan een bepaald maximumbedrag lenen van hun eigen bv inkomstenbelasting in box 2 betalen. Dit wetsvoorstel beperkt dus de mogelijkheid om privé via leningen over box 2-vermogen te beschikken zonder daarover direct belasting te betalen. In een eerdere versie van het wetsvoorstel was het maximumbedrag gesteld op € 500.000. Deze eerdere versie van het wetsvoorstel is in 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd. Het vorige kabinet had dit wetsvoorstel vervolgens aangehouden. Zoals afgesproken in het coalitieakkoord is dit maximum in het gewijzigde wetsvoorstel verhoogd naar € 700.000. De ingangsdatum van het wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap is 1 januari 2023. Verhoging van maximumgrens lenen van eigen bv tot 700.000.

Nummer 2 Mei 2022 [FISCAAL] [2] [FISCAAL] J Onderzoek naar ontwijking van erf- en schenkbelasting nodig De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen die het kabinet verzoekt belastingontwijkingsconstructies in de schenk- en erfbelasting mee te nemen bij het onderzoek naar de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Volgens de indieners van de motie vindt veel ontwijking plaats van schenk- en erfbelasting. Dat gebeurt met constructies met bijvoorbeeld baby-bv’s, afgezonderd particulier vermogen en ik-opa-testamenten. Dit kan als gevolg hebben dat kleine vermogenden meer belasting betalen dan grote vermogenden. Er heeft nog geen grondig onderzoek plaatsgevonden naar de ontwijkingsmogelijkheden in de schenk- en erfbelasting. J Verplichte letselschadevergoeding is onbelast Onder omstandigheden kan een werknemer zijn werkgever aansprakelijk stellen voor de schade die hij lijdt in verband met de uitoefening van de dienstbetrekking. Werkgevers kunnen in dat verband een ongevallenverzekering afsluiten. Als In een andere motie verzoekt de Tweede Kamer de regering om de fiscale schuldenberg van ondernemers en de afbetaling hiervan te monitoren. De regering moet vervolgens de Kamer periodiek rapporteren over mogelijke knelpunten hierin. Ook moet het kabinet bekijken of maatwerk mogelijk is in individuele gevallen. de werkgever in de arbeidsvoorwaarden al een toezegging doet met betrekking tot een eventuele uitkering, is sprake van een aanspraak. Deze aanspraak vormt in beginsel belast loon. Maar vanwege de omkeerregel is de aanspraak vrijgesteld en de uitkering belast. De Hoge Raad maakt echter duidelijk dat pas sprake is van een belastbare uitkering voor zover de werkgever meer vergoedt dan waartoe hij volgens de wettelijke aansprakelijkheidsregeling is verplicht. Men moet dus eerst kijken wat de werkgever zou moeten vergoeden als hij geen ongevallenverzekering had afgesloten. Pas als de werkelijke uitkering hoger is, is sprake van belast loon. Volgens de Hoge Raad is hierbij niet van belang of sprake is van een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking. J Laatste wijziging behandeling aandelenopties afgeketst De vorige staatssecretaris van Financiën had de Tweede Kamer verzocht het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten aan te houden. Dit verzoek kwamnaar aanleiding van twijfels die bepaalde Kamerleden hadden geuit. Deze twijfels zagen hoofdzakelijk op de uitvoeringslasten en de generieke toepassing van de aandelenoptieregeling. De huidige staatssecretaris heeft twee mogelijke aanpassingen onderzocht. Het betreft ten eerste de mogelijkheid omde toepassing van het wetsvoorstel te beperken tot bedrijvenmet een bepaalde omvang. Een andere mogelijkheid is omdga’s en bestuurders uit te sluiten van de mogelijkheid omhet heffingsmoment te verleggen. Maar voor beide mogelijkheden geldt dat de invoering ervan de complexiteit van de regeling zou vergroten. Dit zou leiden tot meer uitvoeringslasten. Deze maatregelen zullen dan ook geen doorgang vinden. Binnen vijf jaar na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel zal een evaluatie plaatsvinden. Bij deze evaluatie zal er ook aandacht zijn voor de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid door de Belastingdienst. JDrie afnemers nog steeds te weinig voor verlies uit ROW Om een verlies uit een activiteit te kunnen aftrekken als een negatief resultaat uit overige werkzaamheden (ROW), moet eerst sprake zijn van een bron van inkomen. De aanwezigheid van een bron van inkomen vereist weer dat de belastingplichtige deelneemt aan het economische verkeer. Bovendien moet hij streven naar winst en mag hij objectief gezien verwachten winst te behalen. De Belastingdienst stelt vaak dat een activiteit geen bron van inkomen is als het aantal afnemers te laag is. Zo oordeelde Hof Den Haag onlangs dat een verlieslijdende praktijk met maar drie klanten in beginsel geen bron van inkomen is. Wanneer wel sprake is van ROW of winst uit onderneming, zijn de aanloopkosten in de voorafgaande vijf jaren alsnog aftrekbaar in het eerste jaar als ondernemer of resultaatgenieter. Tenminste, voor zover daartegenover geen opbrengsten hebben gestaan.

Nummer 2 Mei 2022 [FISCAAL] [FISCAAL] [3] J Zware bewijslast voor beboetbaar vergrijp In een zaak voor Hof Den Bosch had de Belastingdienst een vergrijpboete opgelegd aan een vennootschap. Het hof ging daarmee akkoord omdat de inspecteur aannemelijk had gemaakt dat de vennootschap meer kosten had afgetrokken dan zij daadwerkelijk had gemaakt. Maar de Hoge Raad is minder snel tevreden. De Hoge Raad oordeelt dat de fiscus overtuigend moet aantonen dat de vennootschap het vergrijp heeft gepleegd. Als de inspecteur daarin niet slaagt, moet de belastingrechter de boetebeschikking vernietigen. Voor verzuimboetes is de bewijslast veel lager. De Belastingdienst hoeft dan sowieso niet te bewijzen dat sprake is van opzet of grove schuld. J Compensatie voor pensioennadeel belast via groene tabel Als een werkgever overstapt op een pensioenstelsel dat een lager pensioen oplevert voor zijn werknemers, bestaat de kans dat de werknemers gaan procederen tegen hun werkgever. Soms zijn procedures te voorkomen door de werknemers compensatie te bieden. De vraag is dan of zo’n compensatie voor werknemers die nog in dienst zijn kwalificeert als loon uit tegenwoordige of vroegere dienstbetrekking. Hof Arnhem-Leeuwarden stelt vast dat de tegemoetkoming het karakter heeft van een schikking om verdere procedures en schadeclaims te voorkomen. Zo’n schikkingsbetaling houdt onvoldoende nauw verband met de dienstbetrekking om het te bestempelen als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Dit geldt des te sterker als de hoogte van de compensatie mede afhankelijk is van het aantal dienstjaren. Dat betekent dat de werkgever over de compensatie de groene tabel voor bijzondere beloningen mag toepassen. J Boekverlies uit korte vof met bv is aftrekbaar Stel dat een ondernemer zijn IBonderneming inbrengt in een bv. Naderhand gaat hij een vof aan met zijn bv, waarbij hij zijn woning in aanbouw aanmerkt als buitenvennootschappelijk vermogen. Na een paar maanden komt een einde aan de vof. De ondernemer geeft een boekverlies op de woning op vanwege het waardedrukkend effect van de bewoning. Hof Arnhem-Leeuwarden bevestigt dat dit boekverlies in beginsel aftrekbaar is. Als de ondernemer niet van tevoren wist dat de vof zo kort zou duren, is niet per definitie sprake van misbruik van recht. Als de werkgever de compensatiebetalingen wil aanmerken als eindheffingsloon, mag hij dat niet later doen dan op het moment van uitbetaling. Hierbij is ook van belang dat de woning ondanks het privégebruik als ondernemingsvermogen is aan te merken. Daartoe moet het zakelijk gebruik minstens 10% zijn en de woning mag niet bouwkundig splitsbaar zijn. JPolen houdt minimum Vpb-tarief van 15% tegen Wekenlang is in EU-verband intensief gewerkt aan een compromis bij het invoeren van een minimumtarief van de vennootschapsbelasting voor grote multinationals. Dit minimumtarief was gesteld op 15%. De nieuwe EU-wet was alleen in te voeren als alle landen voor waren. Maar de Poolse minister van Financiën is tot de verbazing van de ministers van de andere lidstaten als enige niet akkoord gegaan. Naast het minimumtarief moeten er ook wetten komen over hoe bedrijven winsten mogen verdelen over landen. Polen wenst die wetten te koppelen aan dit akkoord. De minister van Financiën van Polen vindt een tekst daarover in het akkoord onvoldoende. Wat precies de gevolgen zijn van de Poolse blokkade is nog niet duidelijk. De meeste EU-landen hebben al een tarief van 15%. Polen zelf heeft een hoger tarief, namelijk 19%.

Nummer 2 Mei 2022 [FISCAAL] [4] [FISCAAL] J Verlenging van grensarbeidersafspraken België en Duitsland Op grond van de belastingverdragen met België en Duitsland mag de staat waar een werknemer zijn dienstbetrekking uitoefent, het loon belasten. Wordt echter voldaan aan de voorwaarden van de 183-dagenregeling, dan heft uitsluitend het woonland. Nu zijn door de coronacrisis veel grensarbeiders gaan thuiswerken of gedwongen thuis te blijven. Zonder nadere afspraken dreigt in die situatie een verschuiving van het heffingsrecht. Nederland heeft afspraken gemaakt met België en Duitsland om dat te voorkomen. Deze afspraken houden in dat een werknemer op dagen waarop hij uitsluitend vanwege de coronamaatregelen thuiswerkt of betaald thuisblijft, wordt geacht te hebben gewerkt in het buitenland. De einddatum van deze afspraken is al enkele keren verlengd. Inmiddels is de einddatum dus opgeschoven naar 30 juni 2022. J Benutten middelen van dochter geen vaste inrichting voor btw De hoofdregel is dat een dienst aan een btw-ondernemer voor de toepassing van de btw-heffing plaatsvindt in het landwaar die ondernemer de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft. Als de diensten echter zijn verleend voor een vaste inrichting van die ondernemer, vindt de dienst in beginsel plaats in de staat waar die vaste inrichting zich bevindt. Het Hof van Justitie van de EUheeft antwoord gegeven op een vraag over de aanwezigheid van een vaste inrichting voor de btw. Dit antwoord betreft de situatie waarin een vennootschap een dochtervennootschap heeft in een andere staat dan haar eigen vestigingsstaat. Deze buitenlandse dochter stelt op grond van overeenkomsten personeel en technischemiddelen ter beschikking aan haar moedervennootschap. Daarbij verleent de dochter uitsluitend voor diemoeder diensten op het gebied vanmarketing, regelgeving, reclame en vertegenwoordiging. Deze diensten kunnen haar verkoopvolume direct beïnvloeden. In zo’n situatie heeft demoedervennootschap geen vaste inrichting in de andere staat. De hoofdregel voor diensten aan btw-ondernemers kent diverse bijzondere uitzonderingen. Daarbij valt te denken aan diensten die betrekking hebben op onroerende zaken, personenvervoer, het verlenen van toegang tot culturele of wetenschappelijke evenementen en catering. J Ook na preregistratie kan auto gelijksoortig zijn Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) verbiedt onder andere EU-landen omproducten uit andere EU-landen zwaarder te belasten dan gelijksoortige nationale producten. Als zowel woonstaat als werkstaat mogen heffen, bepalen de belastingverdragen met België en Duitsland dat in beginsel de woonstaat het loon uit de andere staat vrijstelt. JLeegstand moeilijk zelf te gebruiken woning: geen herziening Als een ondernemer een nieuwe recreatiewoning aanschaft om deze te gebruiken voor bedrijfsdoeleinden, kan hij in principe de btw daarover aftrekken. Als hij de woning vervolgens toch gebruikt voor privédoeleinden, kan herziening aan de orde zijn. Maar stel dat de ondernemer een beheer- en verhuurovereenkomst met een derde sluit. Op grond van deze overeenkomst moet de ondernemer ruim (bijvoorbeeld 13 maanden) van tevoren aangeven wanneer hij de woning wil gebruiken voor privédoeleinden. Dat betekent volgens de Hoge Raad dat de ondernemer de woning niet naar eigen goeddunken kan gebruiken. In dat geval hoeft hij bij het bepalen van de mate van privégebruik van deze woning voor de btw geen rekening te houden met de perioden van leegstand. Verder oordeelt de Hoge Raad dat de ondernemer niet het lage tarief van 9% voor het verstrekken van logies mag toepassen, maar het algemene tarief van 21% moet hanteren.

Nummer 2 Mei 2022 [FISCAAL] [FISCAAL] [5] Dat betekent ook dat de BPMvoor ingevoerde auto’s niet hoger mag zijn dan de BPMvoor binnenlandse gelijksoortige auto’s. Volgens Hof Den Bosch is voor de vraag of sprake is van gelijksoortige auto’s de datumvan inschrijving in het kentekenregister zonder tenaamstelling (preregistratie) geen onderscheidend kenmerk. Als men voor Nederlandse auto’s het historisch tarief mag toepassen, is dat dus ook toegestaan voor gelijksoortige buitenlandse auto’s die tijdig zijn gepreregistreerd. De datum van tenaamstelling is echter wel een onderscheidend kenmerk. J Administratie te verwerpen na ontdekking afgeroomde winst De inspecteur mag de administratie van een bedrijf verwerpen als deze administratie een groot aantal ernstige gebreken vertoont. Hij bepaalt dan zelf schattenderwijs de winst van het bedrijf. De ondernemer moet danmaar aannemelijkmaken dat de berekening van de fiscus onjuist is. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het ontbreken van een primair inkoopbewijs op zich onvoldoende is omde administratie te verwerpen. De inspecteur wijst echter op diverse contante stortingen bij een Luxemburgse bank. Zomaakt hij aannemelijk dat de onderneming in de jaren 2010 en 2011 winst heeft afgeroomd door hogere inkoopkosten in de boekhouding op te nemen dan de werkelijke kosten. De rechtbank constateert dat in de jaren 2010 en 2011 niet is voldaan aan de aangifteplicht. Ten slotte meent de rechtbank dat de correctie van de Belastingdienst van 10%van de inkoopkosten redelijk is. J Tariefsaanpassing geldt niet voor eigenwoningforfait Het opgeven van zogeheten grondslagverminderende posten (gvp’s) leidt tegenwoordig tot een verhoging van het belastbare inkomen uit werk en woning. Door deze maatregel zijn de gvp’s effectief aftrekbaar tegen een tarief van maximaal 40% in plaats van 49,5%. Daarom noemt men deze maatregel ook wel de tariefsaanpassing. De hypotheekrente en andere aftrekbare kosten voor de eigen woning behoren eveneens tot de gvp’s. De tariefsaanpassing heeft echter geen gevolgen voor het eigenwoningforfait. Een eigenaar van een eigen woning heeft voor Rechtbank Den Haag gesteld dat deze uitwerking een verboden vorm van discriminatie vormt. Maar de rechtbank oordeelt dat het tariefverschil tussen het eigenwoningforfait en de hypotheekrente na het toepassen van de tariefsaanpassing voortvloeit uit het feit dat het hier twee afzonderlijke regelingen betreft. Bovendien dient dit onderscheid een legitiem belang: het prikkelen van eigenaren van eigen woningen om hun resterende eigenwoningschuld af te lossen. Zelfs bij omkering en verzwaring van de bewijslast moet de schatting van de Belastingdienst wel redelijk zijn. De genoemde verhoging bedraagt in 2022 in beginsel 9,5% van het belastbare box 1-inkomen zonder aftrek van de gvp’s minus € 69.398. De verhoging is maximaal 9,5% van de gvp’s. JSchijnzelfstandigen worden niet vaak gepakt Hoewel in 2016 de Wet DBA is ingevoerd om fiscale schijnzelfstandigheid aan te pakken, heeft het kabinet datzelfde jaar ook besloten deze wet voorlopig niet te handhaven. Deze afkoelingsperiode staat ook bekend als het handhavingsmoratorium. Door het handhavingsmoratorium controleren belastingambtenaren bij steeds minder opdrachtgevers of zij ten onrechte geen loonheffing afdragen. Het aantal correcties is laag, zo constateert de Algemene Rekenkamer. Het aantal controles van zzp’ers is ook gedaald. Toch is de handhavingsstop bij de opdrachtgevers de afgelopen jaren iets afgezwakt. De Belastingdienst heeft tussen eind 2019 en 2021 maar drie aanwijzingen afgegeven en één keer een correctie opgelegd. De staatssecretaris van Financiën geeft in zijn reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer ook aan de bevindingen van dit rapport mee te nemen in het plan voor het hervormen van de arbeidsmarkt. De Belastingdienst legt alleen correcties op als zzp’ers of opdrachtgevers ‘kwaadwillend’ zijn. Dat wil zeggen dat zij opzettelijk de schijn van zelfstandigheid wekken.

Nummer 2 Mei 2022 [FISCAAL] [6] [FISCAAL] J Kilometerregistratie is harde voorwaarde BPM-vrijstelling Is een inwoner vanNederland in het buitenland een dga en rijdt hij met een auto die in het buitenland is ingeschreven in het register? Dan geldt onder voorwaarden een vrijstelling van BPM. Een van de voorwaarden is dat de dga een kilometeradministratie bijhoudt. Daaruit moet blijken dat de dga de auto voor minstens 50% zakelijk buiten Nederland gebruikt. Dit is een harde, materiële voorwaarde. Stel dat de dga aangeeft geen kilometeradministratie bij te houden, terwijl de inspecteur hem een vergunning vrijstelling BPMheeft verleend. In die situatie mag de Belastingdienst volgens Hof Den Bosch de ten onrechte verleende vergunning vrijstelling BPM intrekken. J Motief werkgever bij beloning beïnvloedt heffingsbevoegdheid Een ontslagvergoeding die de werkgever op grond van een wettelijke of contractuele bepaling is verschuldigd, valt in principe onder het verdragsartikel voor inkomen uit niet-zelfstandige arbeid voor de laatste twaalf maanden van het dienstverband. Daarommoet men deze vergoeding naar rato toerekenen aan de plaats waar het dienstverband tijdens die twaalfmaandsperiode is uitgeoefend. BijEen andere belangrijke voorwaarde voor deze BPM-vrijstelling is dat alleen de dga of zijn inwonende gezinsleden deze auto gebruiken. zondere feiten en omstandigheden kunnen echter dwingen tot een afwijking van deze regel. Kent de werkgever een vergoeding toe bij wijze van waardering voor werk dat inNederland en het buitenland is verricht? Dan is dat volgens Rechtbank Gelderland zo’n bijzondere omstandigheid. Ook als het werk in het buitenlandmeer dan twaalf jaar geleden is verricht, kan het buitenland dan toch deels heffingsbevoegd zijn. Nederlandmoet dan een tegemoetkoming verlenen. J Geen tbs als huur pand via bv naar dga gaat Als een dga van zijn bv een kantoorpand koopt dat die bv verhuurt aan een derde, kan er sprake zijn van terbeschikkingstelling (t.b.s.). Als de dga inderdaad wil dat de fiscus hem belast over zijn werkelijke resultaat uit overige werkzaamheden (ROW), is het aan te raden om aannemelijk te maken dat de bv de verhuuropbrengst ontvangt. In een zaak voor Rechtbank Gelderland was niet aannemelijk dat de bv de huurpenningen genoot, omdat zij geen bankrekening had. Er waren evenmin andere documenten die erop wezen dat de bv de huur ontving. Zowel de fiscus als de rechtbank ging daarom ervan uit dat de huuropbrengst toekwam aan de dga. Daardoor viel de verhuurde onroerende zaak bij de dga in box 3. Is de dga de koopsom schuldig gebleven en loopt deze schuld op? En bevindt zich nog een pensioen in eigen beheer in die bv? Dan kan de fiscus stellen dat er feitelijk afkoop van het pensioen heeft plaatsgevonden. Wie wil dat Nederland een tegemoetkoming geeft voor dubbele belasting, zal echter eerst aannemelijk moeten maken dat daadwerkelijk sprake is van dubbele heffing. JFiscus mag (voor)namen ambtenaren niet geheimhouden In fiscale beroepsprocedures moet de Belastingdienst alle stukken overleggen die relevant zijn voor de zaak. Daarbij kan het voorkomen dat in de stukken de (voor)namen staan opgenomen van de ambtenaren die zijn betrokken bij de bestreden beslissing. In principemag de fiscus deze namen niet weglakken. Hof Amsterdamerkent het belang van privacy, maar dat weegt niet op tegen het belang van de belanghebbende. Alleen bij gegronde vrees dat de ambtenaren temaken krijgenmet intimidatie als hun namen bekendworden, mag de fiscus de namenwel geheimhouden. Hierbij speelde overigens een rol dat het desbetreffende document geen andere persoonlijke gegevens van de ambtenaren vermeldde. Het hof vindt wel dat de inspecteur passages die inzicht geven in de controlestrategie van de Belastingdienst geheimmag houden. Ook mag de inspecteur onbelemmerd zijn procespositie bepalen.

Nummer 2 Mei 2022 [FISCAAL] [FISCAAL] [7] [OVERIG NIEUWS] J Tozo-krediet kan op naam van dga komen Een dga kan een aanvraag indienen voor bedrijfskrediet ten behoeve van zijn bv op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo). De dga kwalificeert namelijk als zelfstandige. Dat betekent wel dat hij voor toepassing van de Tozo als aanvrager van het krediet wordt beschouwd. De gemeente mag het krediet dan ook aan hem toerekenen. De bv moet wel de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de verplichtingen die voortvloeien uit het accepteren van het Tozo-krediet mede aanvaarden. De gemeente moet dit melden in haar besluit. JFiscus mag fiscale data van personen op sanctielijst delen De staatssecretaris van Financiën heeft in zijn antwoorden op Kamervragen gesteld dat de Belastingdienst fiscale gegevens van personen die op de sanctielijst staan mag delen. In beginsel valt het verstrekken van de gevraagde informatie onder de fiscale geheimhoudingsplicht. In incidentele onvoorziene gevallen kan de minister van Financiën echter ontheffing van deze geheimhoudingsplicht verlenen. Daarnaast moet men toetsen of het verstrekken van de gevraagde informatie aan de betrokken autoriteiten is toegestaan op basis van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Momenteel werkt de overheid aan een aanpassing van de wet- en regelgeving om uitwisseling van gegevens mogelijk te maken. Het delen van informatie met de autoriteiten die toezicht houden op de sanctiewet is in beginsel al toegestaan. Er bestaat geen meldplicht voor een toezichthoudende instantie om bevroren onroerend goed aan te geven. J Pas vrijstelling OVB als manier van splitsing zakelijk is In beginsel moet een vennootschap overdrachtsbelasting (OVB) betalen als zij onroerende zaken verkrijgt in het kader van een juridische splitsing van een andere vennootschap. Maar onder voorwaarden geldt een vrijstelling van OVB, de splitsingsvrijstelling. Volgens Rechtbank Den Haag is die vrijstelling alleen van toepassing als zowel de vormgeving als het einddoel van de splitsing zakelijk is. Bij een activa/passiva-overeenkomst doet de verkrijger er goed aan om voldoende inzicht te geven in de complexiteiten en risico’s van deze overeenkomst. J Belastingadviseur mag verdrag streng uitleggen Stel dat een belastingadviseur de Nederlandse aangifte IB/PVV indient van een belastingplichtige cliënt die in het buitenland woont, maar ook inkomen uit Nederland geniet. De desbetreffende cliënt heeft niet de nationaliteit van het land waar hij verblijft. Zijn adviseur meent daarom dat voor de toepassing van het desbetreffende belastingverdrag zijn cliënt geen inwoner is van het buitenland. Daarom claimt de adviseur geen vermindering ter voorkoming van dubbele belasting voor zijn cliënt. Rechtbank NoordHolland oordeelt dat in zo’n geval de adviseur niet onbehoorlijk heeft gehandeld. De rechter wijst de eis om de belastingadviseur te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding daarom af. Zelfs als volgens een andere verdragsuitleg de cliënt wel inwoner van het land is waar hij verblijft. Uit de zaak blijkt ook het belang van een duidelijke taakomschrijving. Een cliënt kan geen schadevergoeding vorderen vanwege het niet geven van een advies als hij niet heeft gevraagd om advies over de desbetreffende kwestie.

[8] [Overig nieuws] [OVERIG NIEUWS] Nummer 1 Februari 2022 Ondanks de uiterst zorgvuldige wijze waarop onze berichtgeving tot stand komt, kan er natuurlijk altijd iets misgaan. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze aansprakelijkheid uit ter zake van eventuele onjuiste berichtgeving. Voor toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen. [OVERIG NIEUWS] G Num er 2 Mei 2022 J Stel vast dat cliënt is geregistreerd in UBO-register Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) heeft in een nieuwsbericht aangegeven hoe men moet omgaan met het UBO-register. Ook het aangaan van nieuwe zakelijke relaties door Wwft-instellingen, cliëntenonderzoek en de terugmeldplicht komen aan bod. Wwft-instellingen moeten bij het aangaan van een nieuwe zakelijke relatie beschikken over een bewijs van registratie van de UBO van de klant in het UBO-register. Aangezien nog niet alle registraties zijn verwerkt, kan men in ieder geval tot 1 juli 2022 volstaan met de vaststelling dat registratie door de cliënt heeft plaatsgevonden, maar nog niet is verwerkt. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van een bevestigingsmail van de Kamer van Koophandel. De klant dient daarbij wel toe te lichten welke UBO-gegevens en onderliggende documentatie hij bij registratie heeft opgegeven. Verder hoeft men de relatie met bestaande zakelijke contacten waarvan nog geen UBO’s zijn ingeschreven in het UBO-register niet te verbreken. Wel blijven Wwft-instellingen zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren van klantenonderzoek. Ook zijnWwft-instellingen verplicht een terugmelding te doen bij de KvK als sprake is van een verschil tussen het UBO-register en andere informatie waarover de Wwft-instelling beschikt. Men hoeft geen organisatie terug te melden bij de Kamer van Koophandel als nog geen UBO’s zijn geregistreerd. diensten verlenen aan de relaties van de koper. Deze termijn kan bijvoorbeeld ingaan wanneer de verkoper geen werkzaamheden meer voor de koper verricht. Het relatiebeding is bedoeld om te voorkomen dat de verkoper van de cliëntenportefeuille in korte tijd de overgedragen cliënten weer naar zich toe trekt. Rechtbank Rotterdam heeft geoordeeld dat een relatiebeding een wezenlijk beding is. Een schending van een relatiebeding leidt daarom tot een boete die de rechter niet snel zal matigen. Het bedrag van de boetes mag zelfs meer bedragen dan de verkoopprijs voor de cliëntenportefeuille. J Steun voor bedrijven die lijden onder oorlog in Oekraïne? De Europese Commissie wil ruimte maken binnen de staatssteunregels om bedrijven te steunen die zijn getroffen door de oorlog in Oekraïne. Dit blijkt uit documenten die het persbureau Reuters heeft ingezien. Vissers, boeren en tuinders kunnen tot € 35.000 krijgen, bijvoorbeeld door garanties op leningen of belastingvoordelen. Bedrijven die worstelen met de hoge gas- en stroomprijzen kunnen hulp krijgen van maximaal 30% van hun kosten. De verwachte limiet bedraagt € 2 miljoen. Bedrijven die om liquide middelen verlegen zitten, kunnen een staatsgarantie krijgen om het vinden van een financier te vergemakkelijken. J Geen boetematiging na schending van relatiebeding In de praktijk komt het voor dat ondernemers bij de verkoop van hun cliëntenportefeuille of een deel van deze portefeuille afspreken dat zij gedurende een bepaalde tijd werkzaamheden voor de koper verrichten. Vaak zal het dan gaan om werkzaamheden voor de overgedragen cliënten, waarbij de vergoedingen voor de werkzaamheden aan de koper toekomen. Partijen kunnen daarbij een relatiebeding overeenkomen. De verkoper mag dan gedurende een bepaalde termijn geen Steun voor bedrijven die lijden onder oorlog in Oekraine.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=