De Smet Accountants - FiscKoffer(tje) - 2023

5 Verhoging btw-tarief op agrarische goederen en diensten Het btw-tarief op bepaalde agrarische goederen en diensten gaat van 9% naar 21%. Dit geldt voor peulvruchten en granen die niet als voedingsmiddel kwalificeren, pootgoed, vee, beetwortelen, land- en tuinbouwzaden, rondhout, stro, veevoeders, vlas en wol, zowel ruw en ongewassen. Dit voorstel heeft ook gevolgen voor het bestaande beleid voor het opfokken van paarden die niet bestemd zijn voor gebruik in de landbouw, zoals ren- en hobbypaarden. Dit beleid zou vanaf 2024 worden vastgelegd in een wettelijke regeling. Maar als het voorstel voor de tariefverhoging van agrarische goederen en diensten doorgaat, dan wordt dit voornemen ingetrokken. Hetzelfde geldt ten aanzien van het beleid voor toepassing van het verlaagde tarief voor het opkweken van groenten en planten. Goedkeuring uitzondering aftrekbeperking horeca De aftrek van btw is uitgesloten als de btw in rekening is gebracht voor het verstrekken van spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse binnen het kader van het hotel-, café-, restaurant- pension- en aanverwant bedrijf aan personen die daar slechts korte tijd verblijven. Deze aftrekbeperking voor de horeca geldt ook voor u als ondernemer als u spijzen en dranken niet consumptief verbruikt, maar verricht aan een andere ondernemer. Om opeenstapeling van btw te voorkomen ligt in een beleidsbesluit vast dat u de btw op dranken en spijzen toch in vooraftrek mag brengen. Daaraan zijn de voorwaarden verbonden dat u deze verstrekkingen niet afneemt als eindverbruiker én dat u op uw beurt de spijzen en dranken tegen vergoeding verstrekt aan een ander en daarvoor btw in rekening brengt. Deze goedkeuring wordt nu vastgelegd in een wettelijke regeling. DGA Twee box-2-tarieven Vanaf 1 januari 2024 wordt een progressief tarief ingevoerd in box 2: een eerste schijf met een tarief van 24,5% voor box-2-inkomen (bijvoorbeeld dividenden) tot € 67.000 (fiscale partners € 134.000) en daarboven een tarief van 31%. Vorig jaar is ook de Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap aangenomen. Een van de artikelen in de wet verwijst naar het huidige box-2-tarief (26,9%). Omdat er volgend jaar twee box-2-tarieven bestaan, is de verwijzing in dat artikel daarop aangepast. Tegengaan ontwijken dividendbelasting Een in Nederland woonachtige aandeelhouder aan wie dividend wordt uitgekeerd, is daarover 15% dividendbelasting verschuldigd. Maar deze dividendbelasting kan worden verrekend met de inkomstenbelasting. Is de Nederlandse aanhouder een bv, dan kan zij de ingehouden dividendbelasting verrekenen met de vennootschapsbelasting. Buitenlandse aandeelhouders hebben deze verrekeningsmogelijkheid vaak niet en moeten de dividendbelasting dus feitelijk betalen. Om dit te voorkomen wordt de economische (het dividend zelf) en de juridische gerechtigdheid tot het dividend (het recht op dividend) uit elkaar gehaald. Dit is een ongewenste constructie die het demissionaire kabinet wil tegengaan door het per 1 januari 2024 wettelijk vastleggen van een registratiedatum. Daarbij wordt vastgelegd wie op deze datum recht heeft op verrekening, vermindering of teruggaaf van dividendbelasting. Daarnaast wordt de bewijslastpositie van de inspecteur verbeterd. Wettelijke basis voor gerepareerde doorschuifregeling bij terugkeer uit de bv U kunt de onderneming in uw bv zonder belastingheffing laten terugkeren van de vennootschapsbelasting (Vpb) naar de inkomstenbelasting (IB). Hierbij kunt u de niet-

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=