De Smet Accountants - FiscKwartaal(tje) - Oktober 2019

FIS KWARTAAL(TJE) 6. Terug naar inhoud WERKGEVERS EN WERKNEMERS Belastingdienst moet on­ gebruikelijkheid aantonen Als u een vergoeding of verstrekking in de vrije ruimte wilt onderbrengen, dan mag die vergoeding of verstrekking niet ongebruikelijk zijn. De Belastingdienst hanteert hiervoor een doelmatigheidsgrens, waarbij vergoedingen en verstrekkin- gen van maximaal € 2.400 per werknemer per jaar sowieso als gebruikelijk worden aangemerkt. Dat wil niet zeggen dat een vergoeding of verstrekking van meer dan € 2.400 dus ongebruikelijk is. De Hoge Raad heeft namelijk recent beslist dat als een werkgever een geschil met de Belastingdienst heeft over de gebruikelijkheidstoets, de Belastingdienst moet bewijzen dat de vergoeding of verstrekking ongebruikelijk is. Daarbij kan de Belastingdienst niet alleen stellen dat dit zo is, omdat de doelmatigheidsgrens van € 2.400 wordt overschre- den. Daarvoor is meer onderbouwing nodig. U als werkgever hoeft dus bij onenigheid over de gebruikelijkheidstoets niet te bewijzen dat een vergoeding of verstrekking wel gebruike- lijk is. De bewijslast ligt bij de Belastingdienst. WERKGEVERS EN WERKNEMERS Pensioenakkoord leidt tot minder Lage-inkomens- voordeel Er is eindelijk een Pensioenakkoord, maar met gevolgen voor het Lage-inkomensvoordeel (LIV). Om de uitgaven als gevolg van het Pensioenakkoord te dekken, wordt namelijk de Wet tegemoetkomingen loondomein aangepast. Daardoor zal er met ingang van 2020 nog maar één bedrag voor het LIV zijn: € 0,51 per verloond uur, met een maximum van € 1.000 per werk- nemer per kalenderjaar. Het hoge tarief van € 1,01 per verloond uur en maximaal € 2.000 per werknemer per kalenderjaar vervalt dus. De bedragen van het jeugd- LIV worden in 2020 gehalveerd en met ingang van 2024 wordt het jeugd-LIV helemaal afgeschaft. U wordt dus vanaf 2020 minder gecompenseerd voor de verhoging van het minimumloon sinds juli 2017. Als het UWV vindt dat u onvoldoende doet aan de re-integratie van uw zieke werknemers, kan het UWV u verplichten om ook tijdens het derde ziektejaar loon door te betalen (loonsanctie). Dat was ook aan de orde bij de werkgever in de volgende zaak. Het UWV had in een deskundigenoordeel het oordeel van een bedrijfsarts beves- tigd: een zieke werknemer had geen arbeidsmogelijkheden. Het UWV vond echter bij ongewijzigde omstandigheden dat de werknemer tussen de datum van het deskundigen­ oordeel en de einddatum van 104 weken ziekte wel arbeids- mogelijkheden had. Ook vond het UWV dat de werkgever in die periode onvoldoende aan re-integratie had gedaan, waardoor er een loonsanctie aan hem werd opgelegd. De Centrale Raad van Beroep – de hoogste rechter in de sociale zekerheid – heeft daar onlangs een stokje voor gestoken en beslist dat een werkgever bij ongewijzigde omstandigheden ook na het deskundigenoordeel mag uitgaan van de juistheid van dat deskundigenoordeel. Er mag niet van hem worden verlangd om het tegendeel te bewijzen van het standpunt van het UWV. Het UWV was er niet in geslaagd om aannemelijk te maken dat zich veranderingen in de belastbaarheid van de werknemer hadden voorgedaan in de periode tussen de datum van het deskundigenoordeel en de einddatum van 104 weken ziekte. De loonsanctie werd vernietigd. Verwijzen is voldoende Dit oordeel is van belang omdat werkgevers regelmatig WERKGEVERS EN WERKNEMERS Loonsanctie: bij ongewijzig- de omstandigheden uitgaan van deskundigen- oordeel na 52 weken ziekte van een werknemer een deskundigen­ oordeel bij het UWV aanvragen – met de vraag of zij voldoende aan re-integratie van die werknemer hebben gedaan. Heeft u in dat geval een deskundigenoordeel gekregen en zijn de omstandigheden na het deskundigen- oordeel niet gewijzigd? In dat geval hoeft u niet te bewij- zen dat een ongemotiveerd ander standpunt van het UWV onjuist is. U hoeft slechts te verwijzen naar deze recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Het is dan aan het UWV om aannemelijk te maken dat de omstandig- heden zijn gewijzigd. Deze uitspraak maakt het in voorko- mende gevallen voor u en/of uw adviseur makkelijker om: • u tegen creatieve standpunten van het UWV te verweren; • met minder kosten voor rechtsbijstand de loonsanctie te laten vernietigen; en • de (loon)schade op het UWV te verhalen. Tip Heeft het UWV ook aan u een loonsanctie opgelegd? Vraag dan binnen 6 weken na de datum van de beslissing van het UWV deskundig advies om te beoordelen of u hiertegen bezwaar moet maken.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=