De Smet Accountants - FISCKwartaaltje - Nummer 2 - mei 2021

FIS KWARTAAL(TJE) 6. Terug naar inhoud WERKGEVERS EN WERKNEMERS Controle thuiswerkende werknemers – wat kan en wat niet Nu thuiswerken in veel bedrijven gemeengoed is gewor- den, wilt u wellicht controleren of uw thuiswerkende werk- nemers tijdens de voorgeschreven uren daadwerkelijk aan het werk zijn. Hier zijn mogelijkheden voor, maar deze zijn niet oneindig. Er zijn bedrijven waar bijvoorbeeld dagelijks moet worden ingebeld of waarbij werknemers wekelijks Excel-sheets met activiteiten moeten inleveren. U kunt de activiteiten ook controleren in uw systemen. Kondig dit wel vooraf aan en doe dit op een manier waarbij u niet de inhoud controleert. Controleer dus bijvoorbeeld niet de mailbox van het personeel. Als u uw werknemer bespiedt, inhoudelijke berichten controleert of uw systemen mis- bruikt voor een controle, zal dit al snel tot gevolg hebben dat u de privacy van de werknemer schendt. Vergelijk dit met beveiligingspoortjes, die niet als een verkapt kloksys- teem mogen worden ingezet. In sommige gevallen kan een vergaande controle zelfs een strafbaar feit zijn. WERKGEVERS EN WERKNEMERS Eenzijdig eigen pensioenbijdrage invoeren, mag dat? Stel, u wilt met ingang van 1 juli 2021 een eigen bijdrage van uw werknemers vragen in de te betalen pensioenpre- mies. Tot deze datum zijn uw werknemers geen bijdrage verschuldigd. Mag u dit eenzijdig invoeren? Nee, meestal niet. Het invoeren van een dergelijke werknemersbijdrage is namelijk een wijziging van de arbeidsvoorwaarde pensioen. U heeft daartoe instemming nodig van de betrokken werknemers, tenzij de pensioenovereen- komst een eenzijdig wijzigingsbeding bevat. Als deze instemming niet is gegeven en er is ook geen eenzijdig wijzigingsbeding overeengekomen, dan kan dit dus niet. Overigens moet u een zwaarwichtig belang hebben om succesvol een beroep te kunnen doen op het wijzigingsbeding. WERKGEVERS EN WERKNEMERS Bent u van plan om werknemers vervroegd met pensioen te laten gaan, dan kunt u tijdelijk (tot 1 januari 2026) gebruikmaken van een verzachting van de strafheffing (RVU-heffing) van 52%. Met ingang van 1 januari dit jaar is namelijk de zogenoemde tijdelijke RVU-drempel­ vrijstelling ingevoerd. Dit betekent dat de eindheffing van 52% onder voorwaarden achterwege blijft, voor zover de betalingen in het kader van de RVU onder het bedrag blijven van de drempelvrijstelling van € 1.847. De drempelvrijstelling berekent u aan de hand van het aantal maanden vanaf de (eerste) uitkering tot aan het bereiken van de AOW-leeftijd van de werknemer, met een maximum van 36 maanden. Alleen als u per maand meer uitbetaalt, moet u dus over het meerdere de strafheffing van 52% betalen. De Belastingdienst heeft bevestigd dat deze tijdelijke vrijstelling ook op lopende RVU-uitkeringen kan worden toegepast. Let op! De vrijstelling is van toepassing op de eindheffing die u moet betalen, níet op de loonbelasting die bij de werknemer wordt ingehouden. Op de uitkering die u aan de werknemer betaalt, moet u op de gebruikelijke manier loonbelasting inhouden. In de meeste gevallen is de groene tabel van toepassing, bij een periodieke betaling de tijdvaktabel en bij een eenmalige betaling de tabel bijzondere beloningen. Vrijstelling RVU-heffing ook voor lopende uitkeringen

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=