De Smet Accountants - Nieuwsbrief - September 2023

Nummer 4 September 2023 [FISCAAL] [6] [FISCAAL] ■ Bij iedere navordering is verdeling eigen woning te herzien De belastbare inkomsten uit eigen woning behoren tot de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen. Fiscale partners mogen gemeenschappelijke inkomensbestanddelen onderling verdelen. Een gekozen verdeling is te herzien totdat van beide partners de aanslag, conserverende aanslag of (conserverende) naheffingsaanslag onherroepelijk vaststaat. Legt de Belastingdienst een van de partners een naheffingsaanslag op in verband met een ander inkomensbestanddeel dan de inkomsten eigen woning? En staat deze naheffingsaanslag nog niet onherroepelijk vast? Ook in dat geval mogen de partners volgens gerechtshof Den Haag de gekozen verdeling van de inkomsten uit eigen woning herzien. ■ Tijdsevenredig berekend box 3-inkomen bij einde 30%-regeling Het kan gebeuren dat een werknemer als gevolg van het eindigen van de 30%-regeling in een jaar partieel buitenlands belastingplichtig is in Nederland. In dat geval brengt een redelijke wetsuitleg mee dat men zo’n persoon voor de berekening van het box 3-inkomen aanmerkt als een belastingplichtige die bij het begin van het kalenderjaar nog niet binnenlands belastingplichtig was. Ook dan dient men nog steeds uit te gaan van de rendementsgrondslag aan het begin van het kalenderjaar. Vervolgens vindt een tijdsevenredige berekening van het box 3-inkomen plaats. Dit blijkt uit een zaak voor gerechtshof Amsterdam. ■ Verwerping legaat bij BOR leidt niet tot minder erfbelasting Het verwerpen van rechten zoals legaten leidt op grond van art. 30 Successiewet 1956 (SW) niet tot een verlaging van het verschuldigde bedrag aan erfbelasting. De Kennisgroep Successiewet heeft een vraag beantwoord over de toepassing van art. 30 SW en de verwerping vanwege de BORvrijstelling. Deze vraag ziet op de volgende situatie. Een erflater is weduwnaar en heeft drie kinderen, die in zijn testament zijn aangewezen als de enige erfgenamen. Daarnaast heeft de erflater aan twee van de drie kinderen zijn IB-onderneming tegen inbreng van de waarde gelegateerd. Deze kinderen verwerpen de legaten, zodat de onderneming naar alle drie de erfgenamen vererft. De vraag is of art. 30 SW van toepassing is, als vanwege het verwerpen van een legaat meer verkrijgers een beroep kunnen doen op toepassing van de BOR. Volgens de kennisgroep is art. 30 SW van toepassing, omdat de strekking van dat artikel is dat niet minder belasting wordt geheven dan zonder verwerping verschuldigd zou zijn. Hierbij kijkt men naar de verschuldigde erfbelasting over de gehele nalatenschap, met en zonder verwerping. De regel dat het verwerpen van een legaat niet leidt tot een verlaging van de totale erfbelasting, is niet van toepassing bij het afzien van de wettelijke verdeling. Buitenlands belastingplichtigen betalen in principe Nederlandse box 3-heffing over (rechten op) in Nederland gelegen onroerende zaken en aandelen in de winst van een Nederlandse onderneming. Overigens vindt de staatssecretaris van Financiën dat de hofuitleg onjuist is. Maar de inspecteur heeft tijdens de zitting verwezen naar een voorbeeld in de parlementaire stukken. Daarbij heeft hij ten onrechte gesteld dat de belanghebbenden zich in een vergelijkbare positie bevonden, zodat herziening van hun keuze mogelijk was. In dit kader vindt de staatssecretaris een cassatieberoep niet opportuun.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=