De Smet Accountants - Nieuwsbrief - Startpunt 2023

4 • Startpunten 2023 FOR afstorten of niet? U kunt vanaf dit jaar geen pensioen meer opbouwen in de fiscale oudedagsreserve (FOR). Hebt u de afgelopen jaren een FOR opgebouwd? Dan kon u jaarlijks de belastbare winst verlagen met de toevoeging aan de reserve, zonder dat u feitelijk een bedrag stortte. Toch zult u op enig moment met de Belastingdienst moeten afrekenen over deze papieren reserve. Het uiterste moment daarvoor is bij staking van uw onderneming. Dan zult u de reserve moeten bijtellen bij de winst. En dan is het volle bedrag van de opgebouwde reserve belast met inkomstenbelasting. Gelukkig kunt u voor het bedrag van de opgebouwde oudedagsreserve een aftrekbare (bancaire) lijfrente bedingen, zodat u bij staking per saldo geen inkomstenbelasting verschuldigd bent. Het bedrag waarmee de FOR afneemt is immers wel belast, maar daar staat tegenover dat de premie voor de lijfrente aftrekbaar is. U moet dan natuurlijk wel voldoende liquide middelen hebben om het bedrag van de oudedagsreserve te kunnen afstorten. Hebt u tijdens de opbouw van de reserve telkens geld opzijgezet om een lijfrente te bedingen, dan kunt u (een deel van) de reserve met aftrek in 2022 nog tot 1 juli 2023 afstorten op een lijfrente. Invorderingsrente verhoogd Als u een aanslag niet op tijd betaalt, moet u invorderingsrente betalen. Deze rente is op 1 januari 2023 verhoogd van 1% naar 2% en gaat op 1 juli 2023 naar 3%. Uiteindelijk zal de invorderingsrente op 1 januari 2024 weer terug zijn op het oude niveau van 4%. Lost u momenteel op grond van de betalingsregeling af op uw coronabelastingschulden? Dan kunt u invorderingsrente besparen door sneller af te lossen, dan waartoe u op grond van de betalingsregeling verplicht bent. Maakt u gebruik van een van de versoepelingen bij de betalingsregeling, bijvoorbeeld de langere aflossingstermijn of de eenmalige betaalpauze van maximaal zes maanden, wees u er dan van bewust dat u dan meer invorderingsrente zult moeten betalen. Opgave uitbetaalde bedragen aan derden Bent u ondernemer en heeft u geen personeel (u hebt dus geen loonheffingennummer) en heeft u een uitnodiging van de Belastingdienst ontvangen om gegevens van uitbetaalde bedragen aan derden over 2022 te verstrekken? Dan bent u verplicht deze gegevens (zonder BSN!) aan te leveren. Hebt u daartoe geen uitnodiging gehad, dan mág u de gegevens over uitbetaalde bedragen aan derden aanleveren. Het betreft de volgende gegevens: • het bedrag dat u hebt uitbetaald; • de datum waarop u het bedrag hebt uitbetaald; • naam, adres en geboortedatum van de persoon aan wie u het bedrag hebt uitbetaald. Het gaat vooral om betalingen die doorgaans tot het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden behoren. Uitgezonderd zijn met name betalingen aan werknemers, artiesten, beroepssporters, vrijwilligers en personen die een btw-factuur hebben uitgereikt. Gegevens over personen die factureren zonder btw uitreiken of geen facturen uitreiken, moet u dus wel aanleveren. De gegevens over 2022 levert u digitaal aan bij de Belastingdienst uiterlijk 31 januari 2023. Vanaf 2023 hebt u daartoe twee mogelijkheden: via het gegevensportaal of via Digipoort. Wilt u de gegevens aanleveren via Digipoort, dan heeft u een PKIoverheid services certificaat nodig. Als u dat (nog) niet hebt, kunt u dit certificaat aanvragen bij Logius. Ondernemersaftrek verder beperkt De ondernemersaftrek is ook in 2023 verder beperkt als uw inkomen in de hoogste belastingschijf wordt belast. Die schijf begint dit jaar bij een inkomen vanaf € 73.031. Tot de ondernemersaftrek worden gerekend: de zelfstandigenaftrek, de aftrek speur- en ontwikkelingswerk, de meewerkaftrek, de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, de stakingsaftrek, de mkb-winstvrijstelling en de tbs-vrijstelling. Al deze aftrekposten zijn nu nog maar aftrekbaar tegen 36,93%. In 2019 was dat nog 51,75%! Tariefsverhoging frisdrankbelasting uitgesteld De verhoging van het tarief van de belasting op alcoholvrije dranken (frisdrankbelasting) is een jaar uitgesteld. Het uitstel van de verhoging tot 1 januari 2024 leidt ertoe dat het tarief extra zal worden verhoogd, namelijk met € 26,13 per hectoliter in plaats van € 11,37. De voorgestelde uitzondering van deze verbruiksbelasting voor mineraalwater per 1 januari 2024 is wel in stand gebleven. De laagste bieraccijns voor lichte bieren moet minimaal hetzelfde tarief zijn als voor frisdrank. Vandaar dat ook dit tarief vanaf 2024 met hetzelfde bedrag als voor frisdranken wordt verhoogd.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=