De Smet Accountants - Nieuwsbrief - Juni 2019

Nummer 3 Juni 2019 [ FISCAAL ] [FISCAAL] [ 5 ] geldt als de Belastingdienst het loon stelt op het normbe- drag (€ 45.000 in 2019). In zo’n situatiemoet de dga aanneme- lijkmaken dat 100%van het loon in demeestvergelijkbare dienstbetrekking minder is dan het normbedrag. Dit is een zware bewijslast. De enkele omstandigheid dat zijn bv verlies lijdt, is bijvoorbeeld onvoldoende bewijs. Tot 1 januari 2015 gold een doelmatigheidsmarge van 30%, maar dit had betrekking op een soortgelijke dienst- betrekking waarbij aanmerkelijk belang geen rol speelt. Soms is er geen soortgelijke dienstbetrekking, maar er is altijd wel een meest vergelijkbare dienstbetrekking. Dit biedt mogelijkheden voor dga’s en hun bv’s. JJ Toets per rekeningcourant-krediet op zakelijke voorwaarden Veel dga’s bieden viameer dan één rekening-cou- rantovereenkomst krediet aan hun bv’s. Per over- eenkomst moet een toetsing plaatsvinden of deze plaatsvindt onder zakelijke voorwaarden of niet. Het is mogelijk dat sommige delen van de reke- ning-courant kwalificeren als zakelijk en andere delen niet. De delen die zakelijk zijn en blijven, zijn af te waarderen bij waardedalingen. Voor zover de dga via een rekening-courant geld leent aan zijn bv op grond van aandeelhoudersmotieven, zijn even- tuele waardedalingen niet aftrekbaar. Een lening is in principe zakelijk als een derde onder dezelfde voorwaarden de lening zou willen verstrekken tegen een winstonafhankelijke rente. JJ Btw-correctie verlaagt autokostenbijtelling Als u als ondernemer in een auto van de zaak rijdt, die u ook gebruikt voor privédoeleinden, moet u een btw-correctie toepassen.Wellicht hebt u ook voor de inkomstenbelasting de auto gerekend tot uwondernemingsvermogen. In dat geval moet u ook uwbelastbare inkomen corrigeren vanwege het privégebruik van de auto, tenzij dit privége- bruikminder is dan 500 kilometer op jaarbasis. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant mag u echter de btw-correctie aftrekken van de bijtelling in de inkomstenbelasting, maar hooguit tot nihil. De rechtbank haalt dit uit een goedkeuring van de Staatssecretaris van Financiën in een brief uit 1975. Dat dit een oude brief is en sinds 1975 de wet is gewijzigd, maakt volgens de rechtbank niet uit. De Staatssecretaris heeft zijn goedkeuring nooit inge- trokken en dus is deze nog geldig. Uw keuze in vermo- gensetikettering voor de inkomstenbelasting staat los van uw keuze voor de omzetbelasting. Maar het feit dat de btw-correctie de bijtel- ling in de inkomstenbe- lasting vermindert kan een reden zijn om voor beide belastingen dezelfde keuze te maken. JJ Van fiscale aftrek naar subsidie monumentenpanden De Subsidieregeling overgang afschaffing fiscale aftrek van uitgaven voor monumentenpanden is onlangs gepubliceerd. Deze overgangsregeling is bedoeld voor bestaande onderhoudsprojecten die doorlopen in 2019. De regeling ziet meer specifiek op de kosten die als drukkende onderhoudskosten tot 2019 wel fiscaal aftrekbaar waren, maar die niet in aanmerking komen voor subsidie op grond van het beleidskader. Krachtens de Subsidieregeling kunnen eigenaren van eenmonumentenpand een subsi- die krijgen voor kosten van onderhoud dat is uitgevoerd in 2018 terwijl de kosten pas in 2019 zijn betaald. De Subsidieregeling werkt terug tot enmet 1 januari 2019. Een eigenaar heeft ook recht op subsidie als de verplichtingen zijn aangegaan vóór 2019, maar de betaling van de kosten en de uitvoering van het onderhoud plaatsvonden in 2019. JJ Kleine kans op begunstiging anderen scheelt in toerekening APV Een erflater kan in zijn testament vastleggen dat een van zijn erfgena- men niet vrijelijk kan beschikken over zijn erfdeel. Hij kan bijvoorbeeld dit erfdeel onder trustverband brengen of in een ander afgescheiden particulier vermogen (APV) laten onderbrengen. Als de andere erfgena- men nooit begunstigde kunnenworden van dit APV, wordt dit hele APVna het overlijden van de erflater voor de inkomstenbelasting toe- gerekend aan de begunstigde erfgenaam. Maar als het testament bepaalt dat de andere erfgenamen begunstigde worden als de eerste begunstigde op het moment van zijn overlijden geen levende erfgena- men heeft, treedt de hoofdregel inwerking. Dat betekent dat het APV wordt toegerekend aan de erfgenamen volgens de verhouding van hun erfdelen. Dit geldt ook als de kans dat de andere erfgenamen begun- stigde wordenmaar heel klein is. Een ondernemer kan bijvoorbeeld ervoor kiezen om het erfdeel van de kinderen die het bedrijf niet voortzetten in trustverband te brengen, zodat zij wel hun erfdeel ontvangen maar het bedrijf niet hinderen met eisen die tegen het bedrijfsbelang in gaan.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=