De Smet Accountants - Nieuwsbrief - September 2019

Nummer 4 September 2019 [ FISCAAL ] [FISCAAL] [ 5 ] JJ Geen verhuurderheffing over voor verkoop leegstaande woning Wie op 1 januari 2019 meer dan 50 huurwonin- gen bezit waarvan de maandelijkse rekenhuur hooguit € 720,42 bedraagt, moet in beginsel ver- huurderheffing betalen over deze woningen. Hof Den Haag heeft onlangs een uitspraak gedaan die meer inzicht geeft in het begrip huurwoning. Het moet gaan om een woning die bestemd is voor verhuur. Volgens het hof moe- ten bij deze toets het gedrag en de keuzes van de belastingplichtige zoveel mogelijk buiten beschouwing blijven. Daardoor kwalificeren niet alleen daadwerkelijk verhuurde woningen als huurwoningen, maar ook leegstaande woningen die te huur staan. Een woning die leegstaat in afwachting van verkoop, telt vol- gens het hof echter niet als een huurwoning. Als een verhuurder een extra pand wil aankopen, kan hij dat het beste na de peildatum van 1 januari doen. Dit pand telt dan pas het volgende jaar mee voor de verhuurder- heffing – gesteld dat het dan nog niet is verkocht tenminste. JJ Laat fiscus ongebruikelijk eindheffingsloon bewijzen Werkgevers die aandelen of andere bijzondere beloningen toekennen aan hun werknemers en deze beloningen willen aanwijzen als zogeheten eindheffingsloon, moeten voldoen aan het zoge- heten gebruikelijkheidscriterium. Het moet gebruikelijk zijn dat onder vergelijkbare omstandigheden werkgevers zulke beloningen toekennen aan hun werknemers. De inspecteur kan het standpunt innemen dat het ongebruikelijk is dat een werkgever een bepaalde beloning aanwijst als eindheffings- loon. Maar betwist de werkgever dit standpunt van de Belastingdienst en komt het tot een beroepsprocedure? Dan is het volgens de Hoge Raad aan de inspecteur om te bewijzen dat de toewijzing als eindheffingsloon ongebruikelijk is. Zo wordt de bewijslast redelijk verdeeld. De Belastingdienst gaat ervan uit dat loonbestanddelen van hooguit € 2.400 gebrui- kelijk zijn. Maar de Hoge Raad oordeelt dat bedragen boven deze zogeheten doel- matigheidsgrens ook gebruikelijk kunnen zijn. De inspecteur kan dus niet volstaan met de constatering dat een vergoeding de doelmatigheidsgrens overschrijdt. JJ Fiscaal voordeel hypotheek van werkgever bij afsluiten lening bepalen Werkgevers kunnen hun werknemers een lening verstrekken tegen een gunstig rentetarief. Sommige werknemers gebruiken zo’n perso- neelslening voor de financiering van hun eigen woning. Als de perso- neelslening bij de werknemer kwalificeert als eigenwoningschuld, vormt het rentevoordeel belastbaar loon voor de werknemer. Recht- bank Gelderland heeft in een oordeel uitgesproken hoe men dit rente- voordeel moet berekenen. Men moet per lening het overeengekomen rentepercentage vergelijken met het rentepercentage van soortgelijke leningen die in de vrije markt worden afgesloten. Daarbij gaat het om de rente op de vrije markt op het moment waarop de partijen de lenin- gen afsluiten. Om als eigenwoningschuld te kwalificeren, moet de personeelslening vol- doen aan diverse voorwaarden. Een belangrijke voorwaarde is dat de werkne- mer de lening in hooguit 360 maanden op zijn minst annuïtair aflost.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=