De Smet Accountants - Nieuwsbrief December 2020

Nummer 6 December 2020 [ FISCAAL ] [FISCAAL] [ 5 ] J Nederland mag heffen over riant, maar oud Belgisch pensioen Onder voorwaarden mag Nederland belasting heffen over een uitke- ring van het Belgische overlevingspensioen dat aan een Nederlander is toegekend. Dit pensioen mag dan echter niet bovenmatig zijn. Maar een pensioen dat is opgebouwd vóór 31 december 1994, is niet zo snel bovenmatig. Toen gold namelijk nog geen vaste wettelijke norm voor een reguliere pensioenaanspraak. Zo’n aanspraak moest wel in overeenstemming zijn met wat men maatschappelijk aan- vaardbaar achtte. Dat betekent dat een werknemer op basis van veer- tig dienstjaren met een opbouw van 1,75% per dienstjaar uitkwam op een uitkering van 70% van het laatstverdiende loon. Bij een langere werktijd is een overschrijding van deze 70% in principe toegestaan, zo bleek uit een uitspraak van Hof Den Haag. In deze zaak bedroeg het pensioen 71% van het laatstverdiende loon. Maar de desbetreffende Belgische ambtenaar had 45 jaar gewerkt. Daardoor steeg het toegestane maximum naar 78,75%. Het pensioen was dus niet bovenmatig en viel daarom onder de normale regels voor pensioenen. Hof Arnhem-Leeuwarden ontkende de leveran- cier niet alleen dat een omstreden factuur van hemwas. Hij maakte dit ook aannemelijk. Zo is de inkoopprijs die op de factuur staat bijna net zo hoog als de winkelprijs van de goederen die de factuur meldt. Bovendien gaat het om aantallen die de leverancier nooit aan de bv in een enkele verzending leverde. Verder vertoont de factuur afwijkingen van de normale facturen van de leve- rancier. Al met al biedt de verklaring van de leve- rancier het hof voldoende aanwijzingen dat de factuur inderdaad vervalst is. De inspecteur mag dan ook naheffen. Deze zaak benadrukt ook dat de belastingrechter niet is gebonden aan de uitspraak van de strafrechter. De strafrechter was er namelijk niet van overtuigd dat de desbetreffende factuur was vervalst. J Lening van dga via vof aan bv kan onzakelijk zijn Als een dga direct een lening verstrekt aan zijn bv, zal de Belastingdienst nagaan of de lening zakelijk is. Als de inspecteur meent dat de dga de lening in zijn hoedanigheid van aandeelhouder heeft verstrekt, zal hij stellen dat de lening onza- kelijk is. Een van de gevolgen is dat de inspecteur de afwaardering van zo’n lening in beginsel wei- gert. Nu komt het voor dat een dga niet alleen via zijn bv, maar ook via een samenwerkingsverband zoals een vof onderneemt. De dga kan dan via dat samenwerkingsverband zijn bv een lening ver- strekken. Uit recente rechtspraak blijkt echter dat dit niets uitmaakt voor het regime van de onzakelijke lening. Stel dat de bank haar vordering op de bv afboekt in ruil voor het ontstaan van een even hoge vordering op de vof. In zo’n situatie heeft de bank feitelijk de vof hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor schulden van de bv. In dat geval is de leer van de onzakelijke borgstelling toepassing. J Vakantietoeslag in budget verhoogt onbelaste uitkering Onder voorwaarden kan een werkgever een onbelaste uitkering toekennen aan zijn werkne- mer in het geval van overlijden, invaliditeit of een jubileum van de werknemer. De hoogte van de maximale vrijgestelde uitkering is afhankelijk van het maandloon. Een werkgever en de Belas- tingdienst verschilden van mening over de vraag of het aandeel van de vakantietoeslag in een maandelijks ter beschikking gesteld keuzebudget ook tot het maandloon behoort. Hof Den Haag oordeelde dat dit aandeel van de vakantietoeslag inderdaad tot het maandloon behoort. De Staats- secretaris van Financiën heeft uiteindelijk zijn cassatieberoep ingetrokken. Het is niet zijn bedoeling om vaste gegarandeerde loonbestand- delen uit te sluiten van het maandloonbegrip. Ook niet als de werkgever deze bestanddelen onderbrengt in een individueel keuzebudget. De staatssecretaris benadrukt dat tantièmes en toe- vallige bijzondere beloningen en aanspraken in dit verband niet als maandloon tellen. Voor zover nodig zal de fiscus dit verduidelijken in het Handboek loonheffingen. De onbelaste uitke- ring bij overlijden of invaliditeit bedraagt hoogstens drie keer het maandloon. Een onbelaste jubileumuit- kering (bij een 25- of 40-jarig dienstver- band) is maximaal een maandloon.