De Smet Accountants - Nieuwsbrief - september 2021

Nummer 4 September 2021 [ FISCAAL ] [FISCAAL] [ 3 ] J Zelf autokostenforfait verzinnen levert boete op Wanneer een IB-ondernemer eenmaal een winst- correctie moet toepassen vanwege zijn privége- bruik van de auto van de zaak, moet hij deze cor- rectie berekenen volgens de wettelijke methode. Zelfs als de ondernemer compensatie wil omdat hij ook zijn privéauto voor de onderneming gebruikt. Het op eigen houtje hanteren van afwijkende per- centages is niet toegestaan. Rechtbank Zeeland- West-Brabant ziet hierin zelfs geen pleitbaar stand- punt. Het toepassen van een zelf verzonnen berekeningswijze voor het autokostenforfait kan de ondernemer daarom een boete opleveren. De ondernemer is in principe wel vrij om aanneme- lijk te maken dat hij op jaarbasis minder dan 500 privé- kilometers heeft gereden. In dat geval kan het autokostenforfait achterwege blijven. J Handhaving Wet DBA laat op zich wachten Sinds 2016 vervangt de Wet Deregulering Beoor- deling Arbeidsrelaties (Wet DBA) de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). De regering heeft inmid- dels geconstateerd dat de Wet DBA niet goed genoeg werkt. Daarom is besloten om deze wet in ieder geval tot 1 oktober 2021 niet te handhaven. De Tweede Kamer heeft het demissionaire kabi- net in een motie gevraagd om vóór de datum van 1 oktober 2021 uit te werken hoe de knelpunten van de Wet DBA zijn op te lossen. De staatssecre- taris van Financiën heeft echter laten weten dat dit een lastige taak is. Hij verwacht dat na 1 okto- ber 2021 niet direct handhaving van de Wet DBA zal plaatsvinden. J Uitkering door SPF kan schenking door oprichter zijn Soms richten dga’s of vermogende particulieren een Stichting Particulier Fonds (SPF) op dat naderhand bedragen uitkeert aan de kinderen van de oprichter. Onder voorwaarden kunnen deze uitkeringen kwalificeren als schenkingen door de oprichter aan zijn kinderen. De Belas- tingdienst moet dan wel aannemelijkmaken dat de oprichter van de SPF feitelijk de beschik- kingsmacht heeft behouden over het vermogen dat hij in de SPF heeft gestort. Dit is bijvoor- beeld het geval als de bestuurder van de SPF fei- telijk alle wensen van de oprichter vervult. J Geen box 3-verlaging bij oplichting Stel dat iemand op de peildatum 1 januari van een jaar een lenings- overeenkomst aangaat met een ander. Maar de schuldeiser boekt het geld pas een paar dagen later over. Blijkt na verloop van tijd de schul- denaar een oplichter te zijn, dan heeft de schuldeiser dubbel pech. Hij is zijn geld kwijt, maar mag zijn vermogen in box 3 niet verlagen met de waarde van het ontfutselde geld. Op de peildatum behoorde het geldbedrag immers nog tot het vermogen op zijn bankrekenin- gen. Zo luidt het oordeel van rechtbank Noord-Nederland. Zelfs in situaties waarin de belastingrechter oordeelt dat het forfaitair rendement feitelijk niet haalbaar is, komt men niet snel toe aan het afwijken van de wet om dit te herstellen. Vervolgens is de vraag van belang of de oprichter ten tijde van de schen- kingen al dan niet fictief in Neder- land woonde. Schenkingen door een persoon die op dat moment in Nederland leeft, zijn immers belast met schenkings- recht. Voor wat betreft belastingtijdvakken van voor de invoering van de Wet DBA geldt dat alleen de VAR- wuo (winst uit onder- neming) en VAR-dga in beginsel garande- ren dat de afdracht van loonheffing ach- terwege kan blijven.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=